VERGOEDING ART.
13 L.O.V/ET 1920.
ONTHEFFING REINI
GINGSRECHTEN
ONTHEFFING AAN-
SALG SCHOOLGELD.
WIWIGING VERORDE
NING REINIGINGS
RECHTEN!
SALARISVERORDENING
-3-
27 april 1956
Door Mevr.de Weduwe J.G.Polak-Boluijt alhier is een
verzoek ingediend om een vergoeding, als bedoeld in art.13
der Lager Onderwijswet 1920 voor haar zoon, die de Christe
lijke school voor uitgebreid lager onderwijs te Klundert
bezoekt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten een vergoe
ding te verlenen van f.0,01 per K.M. per dag van schoolbe
zoek, zulks gerekend vanaf 1 september 1955.
In verband met het vertrek naar elders van een aantal
ingezetenen, die een aanslag reinigingsrechten verschuldigd
zijn en voor de tijd, dat zij niet in deze gemeente woon
achtig zijn geweest, geen reinigingsrechten verschuldigd
zijn, worden zonder hoofdelijke stemming de navolgende ont
heffingen verleend t.w.
J.C.Punt, belastingjaar 1954 f. 4,50
P.Lingsveld, belastingjaar 1954 1,50
C.Griffioen, belastingjaar 1954 3,
A.de Ruiter, belastingjaar 1954 4,50
C.J.Elapd, belastingjaar 1954 1,50
H.J.Golstein, belastingjaar 1954 6,
E.van Gulik-Schaap, belastingjaar 1956 5,40
E.Meijboom, belastingjaar 1956 "5,40
A.P.Sneep, belastingjaar 1956 5,40
P.Leijs, belastingjaar 1956 6,
Door de heer A.van der Linden is een verzoek ingediend
om ontheffing van zijn aanslag schoolgeld, belastingjaar
1952/53, groot f.31,25, daar naar zijn mening deze aanslag
ten onrechte is opgelegd, omdat zijn zoon gedurende de maan
den april t/m augustus 1952 de school voor uitgebreid lager
onderwijs te Klundert bezocht.
De voorzitter zegt, dat uit een ingesteld onderzoek
is gebleken, dat de aangevoerde bezwaren juist zijn en zon
der hoofdelijke stemming wordt besloten de heer A.van der
Linden ontheffing te verlenen van zijn aanslag schoolgeld
belastingjaar 1952/53, groot f.31,25.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben bij schrij
ven van 21 maart 1956, G.no.40737, Ille afd. enkele opmer
kingen gemaakt op de verordening tot wijziging van de veror
dening op de heffing van reinigingsrechten in deze gemeente.
Zonder hoofdelijke bestemming wordt besloten tot wijzi
ging van de verordening op de heffing en invordering van gel
den voor reinigingsrechten, overeenkomstig het verzoek van
Gedeputeerde Staten en onder intrekking van het besluit van
5 maart 1956.
In verband met de nieuwe salarisvoorschriften per 1
juli 1955 is het noodzakelijk, dat een geheel nieuwe salaris-
verprdening voor het in dienst zijnde personeel wordt vast
gesteld. De heer A.de WLt zegt, dat het hem is opgevallen,
dat aan de adjunct-commies geen toelage meer voor het diploma
G.A.I zal worden toegekend, wat naar zijn oordeel in strijd
-is-
N. S. 17192 ii