VERGOEDING ART!
101. LO.-wet
1920.
VASTSTELLING VER-
GOEING ART. 101 bis
L.O.-WST 1920
2 -
27 april 1956.
Idem van 13 maart 1956, No. 3542 R, houdende controle van
de administratie van het vleeskeuringsbedrijf over het 1e
kwartaal 1956;
Idem van 13 maart 1956, No. 3541 R, houdende contrSle van
de kas en de boeken van de gemeente-ontvanger over het 1e
kwartaal 1956.
Naar aanleiding van het laatste ingekomen stuk vraagt de
heer K. Verhagen, waarom van de terugstorting van
f 10.000.door de heer Harmsen geen bewijsstuk kon wor
den getoond.
De voorzitter zegt, dat dit normaal is, omdat het bedrag
in contanten is terugbetaald.
De heer D. van de Ree zegt, dat het bedrag toxrii in de kas
te controleren is, waarop de voorzitter antwoordt, dat het
bedrag inderdaad in de gemeentekas is verantwoord en van
daar de opmerking kon worden gemaakt, dat er geen bewijs
stuk is. De heer K. Verhagen vraagt nog naar het kasvef-
schilad. f 7.19 in de huurkas, waarop de voorzitter ant
woordt, dat dit verschil zeer waarschijnlijk is ontstaan
door het wisselen van geld.
Vorenstaande /vorden allen voor kennisgeving aangenomen.
stukken
ingevolge artikel 103 der Lager-onderwijswet 1920. moet
jaarlijks worden vastgesteld de vergoeding, als bedoeld in
artikel 101 der Lager-onderwijswet 1920.
De vereniging "School met den Bijbel" he-ft recht op een
bedrag van f 3910,40 n.l. 104 leerlingen a f 37,60.
Aan voorschot is ontvangen f 4006,23, zodat moet worden
gerestitueerd een bedrag van f 95>83.
De vereniging voor Hervormd Christelijk Schoolonderwijs
heeft recht op een bedrag van f 3221,07 n.l. 852/3 leer
ling k f 37,60. Genoten is een voorschot van f 2985)30,
zodat nog moet worden uitbetaald een bedrag van f 235»77.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de vergoeding,
als bedoeld in artikel 101 over 1955 ten aanzien van de
vereniging "School met den Bijbel" vast te stellen op
f 3910,40 ten aanzien van de Hervormde Christelijke School
op f 3221,07 en eventuele verschillen te verrekenen.
Ingevolge artikel 101 bis der Lager-onderwijswet 1920
wordt jaarlijks aan de besturen der bijzondere scholen in
deze gemeente vergoed de door hen gedane uitgaven voor het
hebben van een onderwijzeres voor het vak nuttige hand
werken, daar aan geen der beide scholen een onderwijzeres
is verbonden.
De vergoeding geschiedt overeenkomstig het bedrag, dat
per leerkracht voor het openbaar onderwijs is uitgegegen
n.l. f 120,06 per leerkracht per lesuur.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de vergoeding
voor het hebben voor een onderwijzeres voor het vak nut
tige handwerken over 1955 zowel voor de vereniging
"School met den Bijbel" als voor de vereniging Hervormd
Christelijke School onderwijs vast te stellen op f 360,18.
N. S. 17192 11