y/o^wjncsotr,- ÖV^ADDACHT GïLlEJiï-l TEW ON ING- AAIT CHE. 5 maart L05£- De heer G.N. de Lint acht het onderhoudsberekening der buizen wel wat geflatteerd, daar hij meent, dat een bedrag van f 2000.te laag is. De voorzitter zegt, dat volgens de deskundige de onderhoudskosten hog lager zullen zijn, maar zal in formeren in andere gemeenten, of het onderhoud inderdaad duurder is. Be heor D. van de Eee vindt de afschrijving van f 2.per fles per jaar overdreven, daar diverse inwo ners reeds jaren Butagas hebben en de fles dan toch al afgeschreven is. De voorzitter zegt, dat, afgezien van de afschrij ving van de fles, het geheel toch nog rendabel is, waar mee.. de heer de Lint 3ich kan verenigen. De heer K. Verhagen vraagt, of er met spoed aan de plannen wordt doorgewerkt De voorzitter antwoordt, dat dit wel de bedoeling- is, maar de raad moet de overtuiging hebben, dat het een goed plan is, en de leden zelf de nodige propaganda maken om een aansluiting te nemen. De heer A. de Wit vraagt, of de mogelijkheid is uitgesloten, dat binnenkort de gemeente mijn- of aard gas wordt opgedrongen. De voorzitter zegt dit niet te geloven, doch Gede puteerde Staten zullen hierover moeten beslissen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten om aan de plannen doof te werken, een enquête te houden, wie een aansluiting wensen en hoeveel het verbruik per jaar is en te informeren naar het onderhoud van het buizen net De voorzitter zegt, dat in-de vergadering van 28 februari 1853 is besloten alle gemeentewoningen behalve de 15 in eigendom over te dragen aan de Christelijke woningbouwstichting West-Brabant In de notulen van 19 december 1952 en 28 februari 1953 wordt echter gesproken van overdracht in beheer en onderhoud en geen eigendom. De heer G.N. de Lint vraagt, of bij overdracht van de woningen voor het beheer en onderhoud dezelfde voorwaarden zullen gelden als voor de gemeente. De heer A. de Wit zegt zijn standpunt te handhaven, dat de woningen bij de gemeente veiliger zijn dan bij een stichting. Bovendien zijn de statuten in strijd met de woning wet. omdat men voor het bewonen van een woning lid moet zijn van het C.N.V.enz., De voorzitter zegt, hetwtoe te juichen, dat de wo ningen bij de gemeente verdwijnen en het particulier initiatief weer naar voren komt. Over het toewijzen van de woningen behoeft niemand zich ongerust te maken, daar de woonruimtewet nog altijd bestaat en in de akte van overdracht bovendien zal worden bepaald, dat de toewij- N. S. 17192 II

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1956 | | pagina 10