- 2 -
5 Mei 1955
De traditie van "burgerschap en "burgerzin leven het sterkst
in die gemeente waar een gemeenschappelijke zorg voor het
publieke welzijn, de gezamelijke behartiging van het alge
meen belang, een eeuwenoude geschiedenis heeft.
Het grootste geschenk dat wij ooit mochten ontvangen: het
erfdeel onzer Vad'ren, de onmisbare waarden ons nagelaten
door hen, die door de eeuwen heen de bouwers waren van ons
land.
Teveel waren wij, die zo gezapig leefden voor 1940 en die
in meer dan honderd jaar geen oorlog hadden meegemaakt, weg
gezakt in het neutralisme en nihilisme dat wij niet wakker
werden bij de oorlog in Polen, in Bohemen, in Denemarken
(dat zich evenals Bohemen zo maar overgaf zonder strijd) en
in Noorwegen.
Toch strommde het bloed onze dapperen wild door de aderen
toen Hitier tegen alle bèloften in ons land binnenviel.
Nederland redde haar eer door 5 dagen te vechten voor het
behoud van haar rechten en vrijheden.
Vijf dagen en de Vrijheid ging verloren
Vijf jaren eer zij werd herboren.
Begrijpt de verantwoordelijkheid van de leiders van ons
land.
Begrijpt U ook dat onze gezamelijke verantwoordelijkheid
des te zwaarder wordt, omdat de opvoeding van de ons geschon
ken kinderen, altijd wijzen moet op de ons, door onze Vad'rer
gegeven erfgoederen.
Dat nu wordt te dikwijls vergeten en wij leven maar voort
Gods water over Gods akker laten lopen.
Maar bedenk dan die 5 dagen en 5 jaren.
Zo moeizaam triumpheert gerechtigheid.
Aan dit besef zij deze dag gewijd.
Gisteravond hebben wij allen tezamen de doden herdacht van
Nederland en wij zijn stil geweest toen we dachten aan de
vele offers die gebracht zijn, offers van duizenden.
Duizenden
Zwoegden voort
Proefden bloed
Zagen moord
Vochten door voor hun land
In dien geestlijken brand
Eensgezind, en men wist
Het was goed.
Duizend en duizenden;
Graf na graf
Graven bergop en graven bergaf
Een steen en een huis en een massagraf
Dood op de aarde
Doden alom
Niets heeft meer waarde
Waarom - V/aar om?
Graven en graven en wereldwee
Enkele mens in die solferen zee:
Duizenden wisten
En het was geed
Mag ons verdoven de levensmoed?
Strijd tot het eind,
Om de leer van die zei:
Gij Kleingelovige
Wankelde gij?
- Het -
N. S. 17192 II