BOUW INDUSTRIEHAL t.b.v. B.WIGANT RONDVRAAG. -9- 1 April 1955' De gemeente-architect heeft een tekening gemaakt voor het "bouwen van een industriehal t.h.v. de heer B. Wigant Het Economisch Technologisch Instituut zal eerst nog een onderzoek instellen. De voorzitter heeft met de heer L.J.C.Maris ge sproken over de aankoop van grond achter de woning van de heer B.Wigant. Burgemeester en wethouders hebben een "bod gedaan van f.10.000,De heer L.J.C.Maris zal de zaak nader "bekijken. De heer G.N.de Lint vraagt of in de prijs van f.10.000,de gehouwen begrepen zijn, waarop de voorzit ter bevestigend antwoordt. Mocht de koop niet tót stand komen, dan kan altijd nog worden gebouwd op grond van de heer B.Wigant. De heer A.de Wit gelooft dat het een uitkomst voor de gemeente zal zijö, als hier een vleeswarenbedrijf zou gevestigd zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten in prin cipe medewerking te verlenen tot het bouwen van een indu striehal, welke in huurkoop zal worden overgedragen aan de heer B.Wigant. De heer H.Grootenboer heeft twee schriftelijke vragen gesteld: 1. Is het mogelijk, dat door de gemeente een tegel pad wordt aangebracht van 1 m breed langs de woningen van P.Lucas, Cl.Grootenboer en MejVeermans. Langs genoemde woningen loopt een grindpad, dat zeer slecht o^rdt onderhouden. De bewoners hebben gedeel telijk op eigen kosten als eens grind aangebracht. De voorzitter antwoordt dat bedoeld pad geen ge meente-eigendom is. De grond behoorde aan een combinatie van de heer de Rooij. De bewoners van de woningen hadden indertijd geen uitpad naar de openbare weg. Het is niet mogelijk iets aan het pad te doen. Met de Bernadottelaan zijn moeilijkheden ontstaan, omdat de bestrating op grond ligt van de Genie. De Genie zal eisen dat de bestrating zal worden opgebroken. 2. In Rotterdam wordt sinds November 1954 door de gemeentedienst voor Sociale Zorg een uitkering vertsrekt van f.156,per jaar aan gehuwde armlastigen en f.104, per jaar aan ongehuwde armlastigen, uitsluitend bestemd voor het aanschaffen van dekking, kleding en schoeisel. Heeft men deze levensbehoeften niet nodig, dan vervallen deze bedragen en ontvangt men een premie van respf19,50 en f.13,die vrijelijk kan worden besteed. De vraag is of in deze gemeente aan de ouden van dagen die een uitkering ontvangen ingevolge de Noodwet Ouderdomsvoorziening van f.21,30 per week (hetgeen veel te weinig is) ook een toeslag kunnen ontvangen. De voorzitter zegt dat dit een moeilijke kwestie is. Er zijn mensen die zoveel bijverdienen dat het niet mógelijk is om een toeslag te verstrekken. -De- N. S. 17192 II

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1955 | | pagina 19