-10-
30 November 1954
"brief geheel om de zaak heendraait en een onvolledige weer
gave van de feiten daaruit volgt.
Het volgende voorbeeld moge de slechte toestand bij
het Groene Kruis nog verduidelijken, n.l. dat volgens de
voorzitter aan Zr.S.L.van der Made per 31 December 1954
eervol ontslag is verleend, terwijl Zr.van der Made nergens
van weet. Het Hoofdbestuur van het Groene Kruis weet niet
beter of Zr.van der Made is per 31 December a.s. ontslagen.
Tevens heeft het Rampenfonds f.25000.beschikbaar ge
steld voor het bouwen van een nieuw wijkgebouw. Het bestuur
neemt echter niet de minste moeite om hierover te spreken.
De heer H.Grootenboer zegt dat 14 dagen geleden weer
gebleken is dat er niet voldoende materiaal aanwezig is.
De voorzitter vraagt of de raad ermee kan instemmen dat
burgemeester en wethouders een onderhoud hebben met het
hoofdbestuur en het plaatselijk bestuur van het Groene Kruis
waarmee de raad kan instemmen.
De heer D.van de Ree merkt nog op dat hij lid wenste
te worden, doch zulks niet nodig was, doch op een vergade
ring mogen niet-leden echter niet meespreken.
Hierna doet de voorzitter mededeling over de gevoerde
bespreking met Gedeputeerde Staten over het driejarenplan.
Spreker deelt mede, dat het lid van Gedeputeerde Sta
ten Mr.J.van Hasselt, de griffier der Staten G.A.M. van
Rooy en het hoofd van de afdeling financiën ter provinciale
griffie Mr.A.van Geelen een bezoek hebben gebracht aan deze
gemeente en waar de uitvoeringsplannen van deze gemeente ter
sprake zijn gebaracht, zulks in verband met het verkrijgen
van de verhoogde uitkering per inwoner uit het gemeente
fonds.
In verband hiermede hebben burgemeester en wethouders
een driejarenplan opgesteld en genoemde personen waren daar
over zeer enthousiast, omdat thans bekend is wat de raad van
plan is.
De heer A.de Wit vraagt wederom of het mogelijk is de
paal op de hoek van de Groenstraat te verplaatsen, daar we
derom één der ingezetenen in het duister tegen deze paal is
gereden. Het komt spreker gewenst voor de rioolput 3 M. te
rug te plaatsen.
De voorzitter zegt dat deze aangelegenheid met de ge
meente-architect zal worden besproken.
De heer H.Grootenboer zegt dat de riolering in de Ko
ningin Wilhelminalaan schijnbaar niet goed functiormeert
daar bij regenval alles blank staat.
De heer A.de Wit zegt, dat dit veroorzaakt wordt door
het zakken van de riolering.
De heer H.Grootenboer zegt dat er aan de Helsedijk
grond ligt opgehoopt, afkomstig van de grasberm, wat niet
verlicht is en dus gevaarlijk is in het donker.
De heer J.A.Dekkers vraagt hoe of dit mogelijk is daar
er in de dijken niet mag worden gegraven.
De heer H.Grootenboer zegt dat dit door de provincie
zelf is gedaan.
Vervolgens vraagt de heer H.Grootenboer of de industrie
vestiging helemaal van de baan is.
De voorzitter zegt dat er gedacht wordt op het delta
plan daar er dan een grote weg komt langs Willemstad en dan
het havenplan en het plan tot het bouwen van het zwembad
kan worden uitgevoerd.
-De-
N. S. 17192 II