-5-
11 Augustus 1954-
Tijdens de oorlog, "bevrijding en de watersnood is er
veel ellende over de stad en de bevolking geweest en voor de
ambtenaren waren het zeer moeilijke jaren.
De dienstjaren van de heer van Breda hebben zich afge
wisseld met vreugde en verdriet. Niettegenstaande is er geen
mooier leven, dan een leven, dat moeilijkheden geeft met
zelfs slapeloze nachten.
Een trouwe bode gaat heen, aldus de voorzitter, die
zwijgzaam is en op tijd adviesen wist te geven aan de burge
meester, de wethouders en de ambtenaren. Spreker zegt dank
baar te zijn voor de aan hem verstrekte persoonlijke advie
sen.
Reeds voor de benoeming van de burgemeester waren de
heer van Breda en de voorzitter reeds vrienden, daar zij in
dezelfde verzetsorganisatie hebben gewerkt.
De heer van Breda mopperde wel eens als het niet naar
zijn zin ging, iets wat ook altijd op prijs werd gesteld.
De voorzitter zegt, dat het zowel voor de heer van Breda
als voor hem een zeer blijde dag was, toen hem de Koninklijke
onderscheiding in de orde van Oranje Nassau werd verleend.
Ook de stadsmedaille mag de heer van Breda met trots en
recht dragen, omdat de bode een belangrijk persoon is, als
lijkt deze betrekking zeer onbelangrijk.
Spreker zegt veel van de ambtenaren te houden als zij
hun plicht doen en de hen opgedragen taak zien als een gave
Gods.
Ten aanzien van de bevolkingsboekhouding, die door de
heer van Breda werd beheerd, waren de inspecteurs altijd zeer
tevreden en beweerden zelfs, dat er in Nederland geen tweede
ambtenaar was te vinden, die zo goed zijn werkzaamheden ver
richtte.
De voorzitter zegt, dat de heer H.Grootenboer de heer van
Breda in dichtvorm heeft toegesproken. Hij wil dat ook doen
door het voordragen van een gedicht getiteld: "De rimboe" en
de navolgende woorden inhoudt:
God weet, hoe diep de rimboe is,
en wien de dood beschoren is.
Soldaat, in welke duisternis
ben jij vannacht verloren?
Ononderbroken ruist de wind....
Hoe eenzaam is een mensenkind,
dat niets dan haat rondom zich vindt,
Wie zal zijn bidden horen?
Er is een Vader, wien jouw hart
door zooveel vreemd' gevaar verward,
zo ver van vruegd en dicht aan smart,
voor goed zal toebehoren.
Soldaat, trek door dit duister land
waar onverwachts een huis verbrandt
en wapens in een zwarte hand
de laatste muur doorboren.
Trek rustig voort. Wat is het lood,
meer dan een korte ruk van dood
naar Leven: eeuwig morgenrood,
voor wie God heeft verkoren?
-Vrouw-
N. S. 17192 II