-4-
11 Augustus 1954
TOESPRAAK BUR
GEMEESTER C.A.
VAR DER HOOET
God is hem daar nabij geweest
Hij kwam weer terug dat was een feest.
Hij kreeg pensioen, maar voor zijn doen
Nog jong en fier van krachten
De v/el verdiende rust ging hij verachten
Stoere werker die hij was
Kwam voor hem nog geen rust te pas.
Wel wandelde hij over 't middenpad
Van ons schone Willemstad
Niet met de koloniale maar met de burgerpas
Solliciteerde hij naar functies en was in zijn sas.
Mijnheer van Breda die werd aangesteld
Als bode, nog ben ik niet uitgeteld
Ook schrijver op de gemeente-secretarie
Havenmeester, zo dat zijn er drie.
De voornaamste functies die ik op wil noemen
Er zijn er nog meer, die zal ik maar verbloemen.
Veel is door van Breda voor de gemeenschap gedaan
Vele mensen hebben voor hem achter 't hekje gestaan
Altijd correct voor ieder een gepast woord
Gij wist Uw plaats zoals 't behoort.
Ook wij, als raad, hebben dat ondervonden
Mijnheer van Breda, dit zeg ik onomwonden.
Ik weet, dat gij van geen huldebetoon houw
Toch doen wij dit voor U en Uw vrouw
Gij zijt een voorbeeld voor velen geweest
Getuige dit mooie afscheidsfeest
Nu is dan de tijd van scheiden gekomen
Ik zeg U dit zonder schromen
Van Breda, we zullen U missen
Vast, ik zal me daar niet in vergissen.
Hadden we raad, van Breda was present
Voor heel ons college excellent
Hebben we in 1t vervolg vergadering van de raad
Dan hoop ik nog, dat van Breda er staat
Doch niet in functie, maar als gast
Dat voorzitter U dan met een stoel verrast.
Scheidende van Breda, veel dank voor 't werk door U ver
richt
Ik hoor U zeggen, ik deed niets dan mijn plicht
Harde werker zijt gij geweest
En daarom vanavond voor U dit feest
Het was dienen, Uw hele leven
'k Hoop dat God het U mag geven
Dat gij van dienen vrij, geniet van de rust
Nog jaren wandelt in onze stad met rust.
In herinnering blijf bij ons al Uw trouw.
Van de meeste arbeid, die ieder aanschouw
'k Hoop dat we U nog jaren mogen begroeten
En U hier nog veel mogen ontmoeten
In goede gezondheid in ons mooie raadhuis
Daar voélde van Breda zich altijd thuis.
De voorzitter zegt, dat veel heeft moeten aanhoren, doch
bij een afscheid vaak het verdriet wordt vergeten. De heer
K.Verhagen heeft reeds verschillende dingen verteld over de
achter hem ljjggende moeilijke jaren.
Inderdaad heeft de heer van Breda moeilijke jaren door
worsteld wat een ieder niet kon, doch voor hem was dit moge
lijk, omdat hij reeds vele gevaren had getrotseerd en wat
van de wereld had gezien.
-Tijdans-
N. S. 17192 II