AFSCHEIDINGSMUREN BIJ
15 WONINGEN.
n.s. 17192
- 3 -
k Februari 195*+.
De voorzitter zegt dit niet te weten, doch in de
eerstvolgende vergadering hieromtrent een mededeling
te zullen doen.
De heer D.van de Ree vraagt of gelijktijdig de
straten zullen worden hersteld, waarop de voorzitter
bevestigend antwoordt.
Tevens zegt de heer D.van de Ree dat uit de
tekening blijkt dat de 18 woningen niet zullen wor
den aangesloten op de nieuw aan te leggen riolering.
De voorzitter zegt dat bij de 18 woningen reeds
een riolering is gelegd, en dat die automatisch
wordt aangesloten. Het gemaal wordt geplaatst achter
de woning van de secretaris. Alvorens hiertoe kan
worden overgegaan zijn er nog tal van moeilijkheden
te overwinnen, daar er nog een vergunning nodig is
van het waterschap "De Ruigenhil" om in de buitendijk
te mogen graven voor het leggen van de persleiding
naar het Hollands Diep.
De heer K.Verhagen vraagt of bij benadering is
te zeggen v/anneer aan het plan uitvoering kan worden
gegeven.
De voorzitter zegt dat dit afhangt van het aan
tal werklozen.Spreker hoopt dat het plan zonder sub
sidie moet worden uitgevoerd, daar dit dan een be
wijs is dat er geen v/erklozen zijn en het iedereen
goed gaat. Met een veertigtal v/erklozen kan het plan
in zijn geheel worden uitgevoerd.
De heer K.Verhagen dringt er op aan om het werk
met werklozen uit 'Willemstad uit te voeren, wanneer
er tenminste voldoende werklozen zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten een
crediet van f, 350.000.beschikbaar te stellen voor
de uitvoering van het opgemaakte rioleringsplan.
De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders
het noodzakelijk achten tussen de 15 woningen af
scheidingsmuren te plaatsen, opdat de bewoners minder
last zullen hebben van de wind en bovendien vrijer
zullen wonen dan thans het geval is. De kosten worden
geraamd op f.2200.welke moeten worden gedekt door
een huurverhoging van f.o.35 per week gedurende 10
jaren. De jaarlijkse kosten bedragen f. 251-36.
De heer A.de Wit vraagt of er bij de bewoners
voldoende animo voor d9 afscheidingsmuren bestaat.
De voorzitter zegt dat 11 bev/oners voor de bouw
van de muren zijn en tegen. Nu de huur van de 15
woningen echter niet wordt verhoogd kan er moeilijk
bezwaar bestaan tegen de f.0.35 huurverhoging.
De heer A.de Wit zegt dat de huurverhoging niet
mag worden opgelegd aan hen die niet voor de bouw van
de afscheidingsmuren zijn, zulks ingevolge het be
paalde in het Burgerlijk Wetboek.
De voorzitter is van mening dat het niet demo
cratisch is, als de naaste buren door de tegenstan
ders zouden worden belemmerd'.
- De heer A.de Wit-