-6- 12 Juli 1954 De Directeur-Generaal van de Wederopbouw was echter van mening, dat alle bijkomende kosten door het Rijk worden ge dragen, doch toen hem de brief van de Minister ter inzage werd verstrekt, wist hij niets meer te zeggen. Betrokkene heeft echter beloofd, dat alle bijkomende kosten worden be taald, zodat inmiddels een nieuw verzoek om betaling van het reëtant is ingediend. Hierna meende de Directeur-Generaal, dat aan de aange legde weg meer woningen hadden kunnen worden gebouwd. Dit was echter niet juist, daar er op de rest van de grond een bouw- verbod heerst. Na afloop van de conferentie heeft de deputatie zich be geven naar P.C.den Hollander en gevraagd of hij bf een hou ten bf een stenen woning wenste. Den Hollander zei prompt de voorkeur te geven aan een houten woning ondanks het feit, dat hij om een stenen woning had gevraagd. Inmiddels had het Rode Kruis de interventie ingeroepen van de Commissaris der Koningin, doch deze heeft geantwoord, dat het college van Burgemeester en wethouders nimmer zal wijken. Wel is de Commissaris der Koningin bereid het ge meentebestuur te verzoeken om deze aangelegenheid nog eens te bezien. Het college van burgemeester en wethouders acht het zeer laakbaar, dat het Rode Kruis in tegenstelling tot de belofte om te zullen wachten op een nieuw voorstel van burgemeester en wethouders toch de interventie van de Commissaris der Ko ningin heeft ingeroepen en nog wel zonder voorkennis van burgemeester en wethouders. De voorzitter zegt, dat het college van burgemeester en wethouders bovendien gezagsdragers zijn en derhalve niet kunnen gedogen, dat een semie-overheidsinstelling achter de rug om van burgemeester en wethouders een rel maken onder de inwoners. De heer K.Verhagen zegt, dat volgens de publieke opinie het gemeentebestuur op de hoogte is van de huur van de hou ten woningen. De voorzitter zegt, dat de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting de huur vaststelt en heeft toegezegd, dat de huur van de houten woningen gelijk zal zijn aan die van andere woningwetwoningen. Van het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting is echter nog nimmer enig bericht ont vangen over de huurvaststelling en zeker niet over bijdragen in de bijkomende kosten. De voorzitter wenst het besluit, dat de verhuur van ge meente-eigendommen wordt gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. De heer K.Verhagen is van mening, dat het college van burgemeester en wethouders de woningen toewijzen ingevolge de Woonruimtewet en dit in de vorige vergadering reeds is gedelegeerd. De voorzitter onderstreept deze mening, doch zegt, dat de verhuur van gemeente-eigendommen, ingevolge artikel 172 der gemeentewet is opgedragen aan de raad. De heer G.N.de Lint merkt op, dat het Rode Kruis den Hollander niet heeft gevraagd naar een houten woning, doch slechts heeft gevraagd wat den Hollander doet met de moes tuin bij de woning van de heer Stam als hem een houten wo ning wordt toegewezen. Bovendien zou den Hollander niet zijn verhuist als hij voorkeur gaf aan een houten woning. De voorzitter zegt ten opzichte van de verhuizing dwang te hebben toegepast, daar het Rode Kruis den Hollander telefo nisch heeft medegedeeld de woning van Stam niet te accepteren -Deze- N. S. 17192 II

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1954 | | pagina 30