-14- 9 April 1954 tevens medegedeeld, dat dit gezagsondermijning is. Volgens spreker is het schandalig wat er op de hoeken van de straten wordt verteld, voornamelijk door de ouderen. De heer van de Ree zegt, dat ^een tweetal neven van hem eveneens zijn bekeurd, terwijl één van hen op de bus stond te wachten om naar Den Haag te gaan. Deze jongeman is ook in Den Haag woonachtig, doch in het proces—verbaal werd ge meld het adres van zijn moeder. De heer van der Stoep heeft de opgave van het verkeerde voor de rechter niet verdedigd, waarover spreker zeer onte vreden is. De voorzitter zegt, dat de raad het verbod inzake het staan op de hoeken van de straten zelf heeft vastgesteld. Bovendien zijn de inwoners reeds tweemaal gewaarschuwd n.l. eerst door middel van een huis aan huiscirculaire en daarna door een bericht in de krant. Spreker vindt het jammer, dat de twee jongens van de Ree erin getippeld zijn. Zij stonden echter op de hoek bij Ros sen en waren daardoor in overtreding. De heer D.van de Ree zegt, dat medegedeeld is, dat de heer Rossen bij de burgemeester heeft geklaagd, doch na in formatie is hem gebleken, dat dit niet op waarheid berust. De voorzitter zegt, dat de heer Rossen verschillende ma len malen heeft geklaagd, doch de heer Rossen is bang klan ten te verliezen wanneer hij dit toegeeft. Nadat hierover nog geruime tijd wordt gediscussieerd zegt de voorzitter, dat de raad trots behoort te zijn op de heer van der Stoep, dat hij hieraan een einde heeft gemaakt. Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering ge sloten. Aldus vastgesteld in de openbare der gemeente Willemstad van 9 April De Secretaris

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1954 | | pagina 24