-13- 9 April 1954 geen toestemming heeft verleend, doch het toch maar gedaan te hebben, echter met gebruikmaking van bezinkingsputten. De heer D.van de Ree maakt burgemeester en wethouders er op attent, dat de vloeren in de 3 woningwetwoningen in de Molenpad geheel verrot zijn en alles wat er op gelegd wordt eveneens verteerd. De voorzitter zegt, dat de gemeente niet tot herstel mag overgaan, tenzij deze kosten worden gedekt door een huurverhoging. Reeds verschillende malen is de bewoners aangeraden cocosmatten of dergelijke op de vloeren te leg gen. Vervolgens vraagt de heer D.van de Ree naar de huurver- mindering van de duplexwoningen. De voorzitter zegt, dat de teveel betaalde huur gelijk tijdig zal worden verrekend als de beslissing bekend is van de Minister van Wederopbouw op het gedane verzoek om de huur te verminderen. Tevens vraagt de heer D.van de Ree naar de plannen voor de bouw van een openbare lagere school. De voorzitter zegt, dat het hem bezwaard wanneer er in lichtingen worden gevraagd naar de bouw van de openbare la gere school. Het is een plan van burgemeester en wethouders en niet van de A.R.C.H.U. of P.v.d.A. Het is trouwens de schuld van de raad zelf, dat de school er nog niet staat. Spreker wijst daarbij op het vroegere raadsbesluit om de bouw tijdelijk uit te stellen. De voorzitter neemt het verschillende personen kwalijk wanneer deze zich als kampioen opwerpen voor de nieuwe open bare school. De heer D.van de Ree zegt, dat hij zich niet op de borst slaat, doch alleen heeft voorgesteld om de uitvoering van het plan zo spoedig mogelijk ter hand te nemen. De voorzitter zegt, dat de school er komt en dat hij hiervoor reeds enige malen besprekingen op het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft gevoerd. De heer A.de Wit zegt, dat hij destijds het schrijven van de heer H.E.Maris niet heeft ondertekend met de gedach te om de schoolbouw te dwarsbomen, doch het slechts heeft gedaan uit informatie oogpunt. De heer K.Verhagen vindt het jammer, dat dit feit hem nu al voor de derde maal voor de voeten wordt gegooid. De heer D.van de Ree zou gaarne zien, dat de notulen van de vergaderingen worden gedrukt en toegestuurd aan de leden van de raad. De voorzitter voelt hiervoor niet veel daar het veel werk en extra-arbeid geeft. Bovendien bestaat de kans, dat de notulen, blijven slingeren en dan bij verschillende on bevoegden in handen komen. Spreker heeft er geen bezwaar tegen, dat de notulen, zodra deze ter inzage zijn gelegd, mee naar huis worden ge nomen, tenzij er voor wordt zorggedragen, dat deze weer tijdig op de secretarie worden terugbezorgd. Tenslotte brengt de heer D.van de Ree de opgemaakte pro cessen-verbaal voor het staan op de hoek bij de heer L.J. Rossen ter sprake. De voorzitter zegt, dat door de politie in 1952 proces sen-verbaal zijn opgemaakt, doch dat deze verbalen door de ambtenaarbij het openbaar ministerie zijn geseponeerd. Genoemde ambtenaar is hierop attent gemaakt en hem is -tevens- N. S. 17192 II

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1954 | | pagina 23