SUBSIDIE R.K.
LANDBOUVGIN
TER SCHOOL
HANDHAVING
WOONRUIMTEWE T
1947
ONTSLAG E.D.
VAN BREDA
-6-
9 April 1954
heffing te verlenen gedurende 9 maanden tot een "bedrag van
f.4.50.
Door het bestuur van de R.K.landbouwwinterschool te Roo
sendaal is een verzoek ingediend om een subsidie groot
f.50.daar een leerling uit deze gemeente genoemde school
bezocht.
Overeenkomstig de subsidiën van de andere landbouwwinter-
scholen wordt zonder hoofdelijke stemming besloten het ge
vraagde subsidie beschikbaar te stellen.
Volgens de Woonruimtewet 1947 is de mogelijkheid geopend,
dat door de Kroon bepaalde artikelen buiten werking kunnen
worden gesteld, wanneer zulks mogelijk zal zijn.
In verband hiermede wenst de minister van binnenlandse
zaken het oordeel van de raad of in deze gemeente een aantal
bepalingen uit de woonruimtewet buiten werking kunnen worden
gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn van mening, dat het tijd
stip nog niet is aangebroken, dat de Woonruimtewet geheel of
gedeeltelijk buiten werking kan worden gesteld.
De heer G.N.de Lint vraagt hoe de zaken staan inzake de
woonruimte in deze gemeente.
De voorzitter zegt, dat Willemstad niet mag klagen. In de
loop der jaren zijn al een vijftiental krotten opgeruimd en
binnenkort zullen er weer verschillende gezinnen verhuizen,
wanneer de woningen in de Molenpad gereed zullen zijn.
Het verloop onder de bevolking is echter groter dan ge
oorloofd is, voornamelijk, omdat de jongelieden naar andere
plaatsen verhuizen voor werkgelegenheid.
Voor Willemstad is het gewenst, dat uitvoering van het
Moerdijk.Antwerpen kanaal geen doorgang vindt. Wanneer de
afsluiting van de zee-armen doorgang zou vinden is het niet
uitgesloten, dat in deze gemeente een scheepswerf zou kun
nen worden gesticht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de Woonruimte
wet 1947 ten opzichte van deze gemeente te handhaven.
Door de heer E.D.van Breda is een verzoek ingediend om
ontslag als bode, havenmeester, marktmeester en ambtenaar
van de burgerlijke stand per 1 Augustus a.s. zulks wegens
het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
Dit ontslag wordt door hem thans reeds gevraagd om ervan
verzekerd te zijn tijdig in het genot van pensioen te worden
gesteld.
De heer van Breda heeft de gemeente gedurende een acht en
twintigtal jaren trouw gediend en dat zijn werk gedurende al
die jaren is gewaardeerd blijkt wel uit het feit, dat hij is
onderscheiden door H.M.de Koningin in de orde van Oranje-
Nassau en hem enkele jaren geleden de stadsmedaille werd
toegekend.
De heer A.de Wit zegt, dat hij met groot plezier aan het
verzoek voldoet, daar van Breda altijd een zeer goed en cor
rect ambtenaar is geweest.
De voorzitter zegt, dat op of voor 1 Augustus a.s. af
scheid van de heer van Breda zal worden genomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten aan de heer
E.D.van Breda op de meest eervolle wijze ontslag te verlenen
als bode, havenmeester, marktmeester en ambtenaar van de
burgerlijke stand zulks per 1 Augustus a.s.
-Door-
N. S. 17192 II