HONDENBELASTING
ONTHEEEINB
AANSLAG HON
DENBELASTING
VERGOEDING
AAN BRANDWEER
PERSONEEL
-2-
9 April 1954
trole vari de diverse kassen over het 1e halfjaar 1954;
i. Idem van 8 Maart 1954, No.2840 R. inzake de controle
van de administratie van het vleeskeuringshedrijf over
het 1e kwartaal 1954.
De stukken a tot en met i worden allen voor kennisge
ving aangenomen.
Burgemeester en wethouders stellen voor om over te gaan
tot vaststelling van een nieuwe verordening op de heffing
van een hondenbelasting.
Deze nieuwe verordening is noodzakelijk omdat een wij
ziging dient te worden gebracht in de invorderingsbepalin
gen.
Tot op heden geschiedt de invordering door middel van
aangifte-formulieren, welke moeten worden ingeleverd door
de belastingplichtigen, terwijl bij de inlevering van het
formulier de belasting gelijktijdig moet worden voldaan.
Administratief gezien geeft dit enorme moeilijkheden,
doordat het moeilijk is een overzicht te verkrijgen van
eventuele kwade posten.
In de nieuwe verordening zijn de bepalingen zodanig,
dat de invordering van de belasting moet geschieden door
middel van een kohier.
In de huidige verordening is vermeld, dat het belas
tingjaar loopt van 1 Januari tot 31 December en gedeelten
van een jaar voor een heel worden gerekend.
Deze bepaling is eenigszins onbillijk en in de ter vast
stelling aangeboden verordening is een bepaling opgenomen,
dat zij, die zich in de loop van het eerste halfjaar van
een hond ontdoen, dan slechts de halve aanslag verschuldigd
zijn en zij, die zich in de loop van het tweede halfjaar
in het bezit komen van een hond, dan eveneens in de halve
aanslag verschuldigd zijn.
De heer A.de Wit verheugt zich erover, dat burgemeester
en wethouders een nieuwe verordening hebben ontworpen.Vooral
ten opzichte van aangelopen honden is het een bezwaar, dat
dan voor een heel jaar belasting verschuldigd is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de ontwerp-verordening
op de heffing en invordering van een belasting op de honden
aanvaard
Door de ingezetenen A.Kamp en E.van der Elier is een
verzoek ingediend om ontheffing van de aanslag hondenbelas
ting over 1954, omdat zij in 1954 slechts 4 maanden in het
bezit zijn geweest van een hond.
De voorzitter zegt, dat volgens de verordening op de
heffing van een hondenbelasting een gedeelte van een jaar
voor een heel wordt gerekend en het verlenen van ontheffing
daardoor niet mogelijk is.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou
ders wordt op beide verzoeken zonder hoofdelijke stemming
afwijzend beschikt.
Door de leden van de vrijwillige brandweer is een ver-
■zoek ingediend om de vergoeding per uur voor het bijwonen
van oefeningen en het blussen van brand te verhogen tot
f.2.per uur.
De voorzitter zegt, dat bij de omliggende gemeenten is
geinformeerd naar bovengenoemde vergoeding en dat in Willem-
-stad-
N. S. 17192 II