9. 13 November 1953. De heer H.Grootenboer vraagt of de straatverlichting aan de Stadsendijk in de vroege morgenuren eerder kan worden ingeschakeld, daar des morgens om 8 uur pas de duisternis gaat wijken. De voorzitter zegt dat mmtrent het vorenstaande op dracht zal worden gegeven. De heer A.de Wit vraagt waarom alle geêvacueerden, die volgens de desbetreffende voorschriften de uitkering ineens van het Nationaal Rampenfonds niet hebben ontvangen. De voorzitter zegt dat ingevolge de desbetreffende circulaire van het Nationaal Rampenfonds de mogelijkheid bestaat aan geêvacueerden rampslachtoffers een uitkering ineens te verstrekken voor het aanschaffen van kleinere persoonlijke zaken, waaronder wordt verstaan scheergerei, tandpasta, naaigaren enz. Bij het doen van deze uitkering hebben burgemeester en wethouders het standpunt ingenomen dat voor deze uit kering slechts in aanmerking kwamen, de werkelijke ramp slachtoffers zoals de bewoners van de polder "De Ruigen- hil", de woningen gelegen aan de Koningin Wilhelminalaan enz. De bewoners van de Stadsendijk hebben deze uitkering niet ontvangen, omdat deze zijn geëvacueerd uit veilig heidsoogpunt, doch de woning geen waterschade hebben opge lopen en vandaar dat zij moeilijk hunnen worden aangemerkt als werkelijke rampslachtoffers. De gemeente Fijnaart daarentegen heeft vorenbedoelde uitkering verstrekt aan alle geëvacueerde bewoners onge acht of zij al of niet waterschade hadden opgelopen. Bij een laatst gehouden controle door een tweetal ambtenaren van het Ministerie van Maatschappelijk Werk werd het door ons ingenomen standpunt toegejuicht. Vandaar dat niet alle geëvacueerde inwoners de uit kering ineens is verstrekt. De heer A.de Wit zegt dat er mensen zijn die door het plotseling evacueren extra-onkosten hebben moeten maken. De heer G.N.de Lint is van mening dat deze mensen dan in Roosendaal de weg niet hebben geweten, daar er in die gemeente veel is gegeven aan de rampslachtoffers. Vervolgens vraagt de heer A.de Wit of de oude tegels uit de voorstraat al zijn verdeeld onder de inwoners van de achttien woningen. De voorzitter zegt dat de tegels nog niet zijn verdeeld daar de gemeente-architect de tegels wenste te bestemmen voor de 6 in aanbouw zijnde woningen. De heer K.Verhagen vraagt of de mestvaalt achter de woning van de heer G.de Visser in de Hofstraat al is op geruimd, daar het aldaar een ergerlijke toestand is. De voorzitter zegt dat hij in de gemeente graag alles zou willen nagaan, maar dit voor hem onmogelijk is. Naar aanleiding van de door de heer G.de Visser ingediende klacht hebben burgemeester en wethouders gemeend alle be staande vergunningen voor het houden van varkens te moeten intrekken.Aan de keurmeester is door het hoofd van de vleeskeuringsdienst inmiddels opdracht gegeven om alle in gediende aanvragen te controleren. -Het desbetreffende rapport-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1953 | | pagina 73