n.s. 17192
- 5 -
28 Februari 1953.
Ook de heren LooiJ en Cuiper, de heide techni
sche ambtenaren der polder en rijkswaterstaat
evenals de heer Piet Klein komt een woord van lof
toe voor hun onverzettelijk wil de dijken te willen
dichten.
Het zijn kerels gebleken, waarop wij staat
kunnen maken en waarop wij trots mogen zijn.
Dankbaar zijn wij ook voor het werk van de he
ren Maris van Dalsen en Bram Boertjes op de Stad-
sendijk en Helsendijk.
Ik wist tevoren, geen verkeerde keus gedaan te
hebben toen ik hen verzocht de leiding te nemen.
Toch noem ik ook hun beide echtgenoten, die
nachten dag in touw waren voor onze gemeente.
De namen van Dalsen en Boertjes zullen bij velen
die met Willemstad te maken hadden nog Jaren in
gedachten bli/ven.
Zij hebben de leiding gegeven die nodig was
en al waren we het niet altijd eensmet elkaar
wij zijn tovh nog betere vrienden geworden in de
nood en dat is het belangrijkste van alles.
Wat waren we blij toen de laatste inwoners
van de polder door onze dappere vissers en schip
pers uit de polder werden gehaald.
Het v/as nog een waagstuk.
Maar het werd gedaan.
Het vervuld ons met grote dankbaarheid voor al
les wat zij deden ook in de weken, die volg{eï}den
voor de hulp van Ooltgensplaat en Tiengemeten.
Ik noem geen namen, want niemand bleef achter!
Zij waren present, de mannen van het water.
De namen Klop, Otto, v.d.Ho ftDubbelman, de
Visser, de gebrs.Groen zeggen genoeg.
De riJksbetonningsambtenaar enz.
Steeds is er een goed contact met het polderbe
stuur geweest en we waren verheugd dat drie aanne
mers van naam de opdracht kregen de dijken te dich
ten; de namen Dijkstra - Bot - Vlot zullen in de
geschiedenis van Willemstad blijven voortleven.
Niet mag ik vergeten de mannen van het Corps
Commandotropen die met 8 a 10 man tot hun middel
door het water wadend naar Willemstad kwamen om
te heljgpen.
Hun aanpakken op het kritiekste ogenblik heeft
ons het vertrouwen geschonken dat we ook moeiten
houden.
Dankbaar zijh wij voor de enkele mannen uiï
Willemstad die overbleven om tegen het water te
vechten, toen velen het opgaven.
Een naam van een eenvoudige man moet mij van
het hart de naam van Oostdijk de koster der
Gereformeerde Kerk, die doornat van zweet en water
volhield de gehele nacht door totdat het gat was
gedicht
Nederland, Willemstad heeft nog mannen waarop
voort kunnen bouwen.
Al was het water in de stad op plaatsen tot
bijna 1 1/2 meter gestegen, toch was binnen drie
dagen onze stad droog, dank zij de noeste arbeid
van onze gemeentewerkers Vos en Konings.
-1s Maandags -
we