n.s. 17192 - 3 - 28 Februari 1953. Wij "besloten toen de "brandweer te alarmeren om aan de kade een dam te "bouwen. Onmiddellijk werd hiervoor zand besteld bij de heer A.Maris te Zwingelspaan, die nog kans heeft gezien twee vrachten zand aan te voeren. Vanaf deze plaats breng ik graag hulde aan deze man, die enkele dagen in Willemstad werd opgeslo ten door het water, maar onze stad daadwerkelijk heeft geholpen gedurende de gehele rampnacht. De politie, de leden der Koninklijke Marechaus see, zowel als de rijkspolitie, is daarna op mijn verzoek begonnen met de bewoners der polders te alarmeren en de mannen naar de dijken te zenden. Onvermoeid zijn deze mannen af en aan gereden en met dankbaarheid mogen wij getuigen, dat door die waarschuwing zovelen het leven behielden. Ook na deze nacht hebben deze mannen bergen werk verzet en graag breng ik hen allen hulde voor het vele werk wat zij hebben verricht voor het welzijn van onze gemeentenaren. Een ernstig verwijt aan degenen, die in de ramp- mqcht zijn gevlucht of, terwijl velen in het zweet huns aanschijns hebben gevochten tegen het water, op hun bed zijn blijven liggen en alleen gedacht hebben aan hun eigen goed, mag hier vandaag niet achterwege blijven. Hun onverantwoordelijk gedrag kan niet vergeten worden. Gij en ik hebben thans kunnen zien en ondervin den wat het zeggen wil over een goed politiecorps te kunnen beschikken. Wij inwoners van Willemstad, zullen dit werk van naastenliefde nimmer vergeten. Om 2.30 uur vroeg ik militaire hulp aan de gar nizoenscommandant van Bergen op Zoom, die echter nergens te vinden was. Te 3 uur waarschuwde ik de Commissaris der Ko ningin en de bevelhebber van het derde militaire Gewest de Generaal 7/arringa, aan wie ik eveneens om militaire hulp vroeg voor de dijken. Reeds eerder waarschuwde ik de eerstaanwezend ingenieur der Genie, de overste Stoorvogel, die al spoedig in Willemstad, samen met luitenant Bakker arriveerde en ons met raad en daad hebben bijgestaan. Vanaf deze plaats danken wij hem en luitenant Bakker voor deze hulp, waaraan wij zeer veel hebben gehad. Hog meer toen de telefoonverbinding was uitgevallen en de officieren zich op Fijnaart terug trokken, maar ons niet hebben vergeten. Verder alarmeerden wij nog de districtscommandan ten der rijkspolitie en de Koninklijke Marechaussee respectievelijk te Breda eh te Bergen op.Zoom. De telefoonjuffrouw te Zevenbergen die" enkele uren tijds zo ontzaglijk veel te verwerken kreeg, zijn wij zeer dankbaar voor alles wat zij voor ons deed De vlotheid waarmede zij de verbindingen tot stand bracht was fantastisch. Later in de nacht heeft de heer van der Brugge deze taak overgenomen. - Ook -

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1953 | | pagina 3