SCHADE WATERSNOOD
HERSTEL SCHADE
BIJZONDERE SCHOLEN
- f8 -
28 Februari 1953.
per jaar; f. 16,per maand of f. 3*69 per week
en een maximum van f. 295,68 per jaar; f. 24,64
per maand of f. 5,68 per week;
voor het zevende en volgende kind per kind 5van
de Bezoldiging met een minimum van f. 204,per
jaar; f. 17,per maand of f. 3,92 per week en
een maximum van f. 314,16 per jaar; f. 26,18 per
maand of f. 6,04 per week.
De voorzitter zegt, dat de op 1 Februarm j.l.
plaats gehad hebbende watersnood ook aan deze ge
meente niet ongemerkt voorbij is gegaan.
Zodra dit mogelijk was, is een begroting opge
maakt inzake de kosten van de te herstellen schade
en zodra het totaalbedrag bekend was, is aan het
Bureau Financiering Wederopbouw van het Ministe
rie van Financiën een voorschot gevraagd van
f. 30.000,Het herstellen van de schade is in
handen gesteld van de Firma H.H. Harmsen en G.J.
van der Flier onder toezicht en directie van de
N.Y. Grontmij. De schade wordt geraamd op
f. 125.000,
Zeer waarschijnlijk zal in genoemde kosten een
bedrag van f. 100.000,door het Rijk worden ver
goed, terwijl de overige f. 25.000,voor rekening
van de gemeente zullen blijven.
De heer H.E. Maris vraagt hoe het bedrag ad
f. 25.000,berekend is, waarop de voorzitter
antwoordt, dat dit is geschied door een deskundi
ge van het Ministerie van Wederopbouw.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de
aangebrachte schade te herstellen, een bedrag van
f. 125.000,beschikbaar te stellen en een geld
lening te sluiten van f. 25.000,daar verwacht
wordt, dat door het Rijk voor bovenvermelde uit
gaven f. 100.000,zal v/orden vergoed.
Door het bestuur van de vereniging voor Her
vormd Christelijk Schoolonderwijs en van de ver
eniging "School met den Bijbel" is een verzoek in
gediend om een vergoeding, als bedoeld in artikel
72 der Lager-onderwijswet 1920 voor het herstellen
van de schade, ontstaan tengevolge van de waters
nood. Door elke school wordt een voorschot ge
vraagd van f. 10.000,
Getracht zal v/orden evenals voor de gemeente
een voorschot te verkrijgen van het Bureau Finan
ciering Wederopbouw en het overige gedeelte zal
dan vergoed moeten worden ingevolge het reeds ge
noemde artikel 72.
De heer H.E. Maris vraagt of voor het voor re
kening van de gemeente blijvende deel een geldle
ning moet worden gesloten, waarop de voorzitter
bevestigend antwoord.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het
gevraagde voorschot te verlenen en voor het niet
door het Rijk te vergoeden gedeelte een geldlening
te sluiten.
n.s. 17192 1