n.s. 17192 - 15 - 28 Februari 1953. "Namens mijn cliënt meen ik U er op te moeten wij- "zen, dat volgens punt 22 van het huurcontract dd. "28 September 1951 afwijkingen van de voorwaarden var "dat contract U slechts het recht geven van ontbin- "ding der overeenkomst te eisen. De overeenkomst "gaat dus geenszins automatisch teniet door een der gelijke afwijking van de voorwaarden. Door Uw voor noemd schrijven dd. 10 dezer is dus niets veranderd "en de op 28 September 1951 gesloten overeenkomst is "onverminderd van kracht. Het is boven iedere redelij- "ke twijfel verheven, dat de bevoegde Rechter op de "in Uw schrijven van 10 dezer genoemde gronden een "ontbinding dezer overeenkomst niet zal toestaan "zelfs nog afgezien van de wettelijke bepalingen be treffende de huurbescherming.Namens mijn cliënt "meen ik U derhalve er op te moeten wijzen, dat U "verplicht bent en blijft de voornoemde overeenkomst "dd. 28 September 1951 na te komen. In verband met "de huidige feitelijke situatie meen ik goed te doen "U bovendien te herinneren aan arrikel 1612 van het "Burgerlijk Wetboekijiwaarbij is bepaald, dat door ver- "koop van het verhuurde goed een tevoren aangegane "huur niet wordt verbroken. De leden van de raad, met uitzondering van de bei de wethouders waren van mening, dat slechts besloten was tot verkoop van beide leslokalen en niet van het gymnastieklokaal en richten zich met het navolgende schrijven op 22 Januari 1953 tot burgemeester en wethouders namelijk: "Ondergetekenden, leden van de Gemeenteraad van "Willemstad, na het raadsbesluit tot verkoop van de "openbare lagere school te Willemstad vernomen heb bende dat wel de vertrekken, bestemd tot het geven van Dager onderwijs maar niet het gymnastieklokaal voor verder gebruik onvoldoende verklaard werden; "overwegende, dat na genoemde verkoop een nieuw "gymnastieklokaal zal moeten worden gebouwd, waarme- "de een voor onze Gemeente groot bedrag gemoeid zal "zijn, terwijl, na een eventuele verbetering van het "bestaande gymnastieklokaal, de gemeente met weinig "kosten toch de beschikking zal hebben voor een goed "bruikbaar gymnastieklokaal, verzoeken U.Edelachtb. "de eventuele verkoop van genoemde school aan te hou- "den in afwachting van de beslissing die zal worden "genomen in de eerstvolgende raadsvergadering tot he' houden w arvan ondergetekenden U middels deze een verzoek doen. Naar aanleiding van bovengenoemde brieven werd door burgemeester en wethouders het navolgende prae- advies aan de raad overgelegd, luidende: "Onder overlegging van afschriften van: 1. een "door ons College aa i dhr.Wigant gericht schrijven, dd10 Januari 1953; 2. een dooi? ons ontvangen schrij ven van de advocaat Mr Rassers, dd.20 Januari 1953? 3. een door ons ontvangen schrijven van dhr.H.E.Maris en anderen, dd. 22 Januari 1953; hebben wij de eer Uwen Raad het volgende mede te delen. Ingevolge Uw besluit, genomen in de raadsvergaderingvan 19 Decembi ber 1952, hebben wij stappen gedaan om te komen tot verkoop van de huidige openbare lagere school, de voormalige onderwijzerswoning en de woning van de ge meente-werkman. Aangezien de heer Wigant als eerste

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1953 | | pagina 15