-20- 19 December 1952. kwamen niet in aanmerking. De stukken zijn reeds naar de inspecteur van het lager-onderwijs doch het vereiste advies 13 nog niet ontvangen. Voor een goede gang van zaken is door burgemeesT ter er wethouders de heer L.Breedveld tot tijdelijk onderwijzer benoemd per 1'December 1952, waarna het hoofd der school op 4 December 1952 zijn rapport aan burgemeester en wethouders heeft uitgebracht. De heer H.E.Maris vraagt of burgemeester en wet houders bij de benoeming van een onderwijzer afhan kelijk zijn van de inspecteur van het lager-onder wi js, waarop de voorzitter antwoordt, dat de raad hierin de baas, doch de benoeming niet buiten de voordracht om mag gescheden. Vervolgens zegt de heer H.E.Maris dat de onkosten ten aanzien van het door de gemeente aan de heer P.A.Wigant verhuurde ontspanningslokaal nog niet is afgerekend en of het mogelijk is, dat de stukken voor de raad, overeenkomstig het bepaalde in het reglement van orde, 6 dagen vóór de vergadering ter inzage moet worden gelegd. De voorzitter zegt er voor te zullen zorgdragen dat de kosten ten aanzien van het ontspanningslokaal met spoed worden afgerekend. Wat betreft het ter inzage liggen van raadsbeslui ten deelt de voorzitter mede, dat een raadsverga dering veel voorbereiding eist en het dikwijls zijn schuld is, dat de stukken zo laat ter inzage liggen. Spreker zegt toe te trachten er rekening mee te houden. Tevens vraagt de heer H.E.Maris of het mogelijk is, dat de secretaris ten geneentehuize is, als de burgemeester afwezig is, waarop de voorzitter zegt dit met de secretaris te zullen bespreken. Tot slot zegt de heer H.E.Maris dat door hem was gevraagd naar een brief inzake uitstel van in diensttreding ten aanzien van de hegr C.D.Wonder- gem aan de gemeente Capelle aan de IJsel. De voorzitter antwoordt, dat de betreffende brief reeds eerder verzonden was, doch bij navraag bleek, dat de brief niet verzonden was. De heer Maris betreurt dit daar het in de voor zitter gestelde vertrouwen enigszins is geschokt. Spreker wenst niemand een verwijt te maken, om dat hij vermoedt, dat het een administratieve fout is. De voorzitter zegt, dat hij niet had verwacht, dat de heer Maris over een dergelijke kleinzielig heid zou vallen. Spreker zegt, dat hij de burgemeester dasrover niet een verwijt mag maken in een openbare raads vergadering, doch dan persoonlijk had moeten komen. De voorzitter betreurt het, dat een dergelijke opmerking is gemaakt. -Niets meer aan de orde-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1952 | | pagina 79