BEDRAG ART.55MS DER L.0.WET 1920 RONDVRAAG n.s. 17192 1 - 19 - 19 December 1952. Eveneens zal er voor het maaien van de wallen overleg worden gepleegd met de stichting "Menno van Coehoorn" Dat er langs de haven nog oude kanonstukken staan was de voorzitter niet bekend. Deze zullen er zeer zeker uitgehaald worden om daarna op de Parade geplaatst te worden. Dat de Parade geen goed grasveld kan worden wilt de voorzitter nog niet aannemen. Met de door de Nederlandse Heide Maatschappij verrichte werkzaamheden is de voorzitter het hele maal niet eens geweest. Een groen gazon voor het gemeentehuis, vanaf het water gezien, is prachtig. Momenteel zijn er reeds tulpen gepoot in de grond opdat deze eind Maart of begin April in bloei zullen staan. De oude weegbrug zal worden opgeruimd. Als betrokkene er zelf geen idee in heeft, om de weegbrug op te ruimen, dan zal de gemeente het zelf wel doen. De post "presentiegelden" zal worden verhoogd omdat in het reglement van orde is bepaald, dat er jaarlijks tenminste acht vergaderingen zullen worden gehouden. De sluis bij de molen zal worden hersteld, doch omdat de Genie nog herstelwerkzaamheden aan voor noemde sluis moet uitvoeren, wordt daarop gewacht omdat verwacht wordt, dat het gezamelijk uitvoeren van het werk goedkoper zal zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de begroting voor het dienstjaar 1953 vast te stellen met de navolgende cijfers: inkomsten gewone dienst f.318.326,19 uitgaven gewone dienst - 318.326,19 saldo nihil: kapitaaldienst inkomsten kapitaaldienst uitgaven nadelig saldo f.808.301,83 - 825.436,43 f. 17.134,60 Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het bedrag per leerling, als bedoeld in artikel 55bis van de Lager Onderwijswet 1920, vast te stellen op f.33,51 per leerling. De heer K.Verhagen zegt, dat verschillende sche pen moeilijk in de haven kunnen komen, omdat zich aan de ingang van de haven veel puin bevindt. De voorzitter zegt, dat het uitbaggeren van de haven een moeilijk probleem is, omdat het niet zeker is, dat de kademuren zullen bezwijken, als de haven uitgebaggerd wordt. De heer A.de Wit vraagt hoe ver het staat met de vervulling van de vacature van onderwijzer aan de openbare lagere school. De voorzitter zegt, dat er twee oproepen voor sollicitanten zijn geplaatst, doch de sollicitanten die nog voldeden, kwamen niet in aanmerking. - De stukken -

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1952 | | pagina 78