-6-
-7-
Rioleringsplan.
/zich
Rondvraag
1*+ Augustus 1952
De heer H.E.Maris vraagt of bij de benoeming van
een tuinman de tijdelijke hulp van de arbeider le.
klasse dan vervalt.
De voorzitter antwoordt dat de heer de Vos in hoofd
zaak zal worden belast met dewerkzaamheden ten aan
zien van de beplantingen en verder de heer Konings
behulpzaam zal moeten zijn.
De J.A.Dekkers vraagt met ingang van welke datum
de benoeming zal ingaan, waarop de voorzitter ant
woordt dat dit zo mogelijk 1 October 1952 zal zijn.
Uit de gehouden stemming blijkt dat de heer A.de
Vos met 6 stemmen voor is benoemd tot gemeente-tuin
man.
De voorzitter zegt dat het waterschap "de Ruigenhi]
weigert het rioolwater van de 18 woningen in haar
sloten te ontvangen. In verband hiermede is een on
derzoek ingesteld door een bodemonderzoeklaboratori-
um en deze hebben geconstateerd dat de lozing zeer
slecht isBovendien zijn de open rioleringen in de
kom der gemeente verre van in orde. In verband hier
mede hebben burgemeester en wethouders overwogen
een rioleringsplan te doen opmaken door een deskun
dig bureau. Door de gemeente-architect is reeds een
voorlopig plan ontworpen.
De heer H.E.Maris vraagt of het mogelijk is een
rapport te doen samenstellen door de inspectie der
volksgezondheid of de huidige rioleringen schadelijk
zijn voor de volksgezondheid en of het mogelijk is
de afvallen na de uitvoering van het plan te bestem
men voor de arme gronden.
Bovendien vraagt spreker/af of het niet beter is
een vaste arbeider in dienst te nemen uitsluitend
voor de rioleringen daar dit zeker goedkoper zal
zijn.
De voorzitter zegt dat getracht zal worden een
rijkssubsidie te verkrijgen, als werkgelegenheids-
object.
Na nog een descussie te hebben gevoerd over de
vraag of de gemeente al of niet eigenaar is van de
sloten in deze gemeente, wordt zonder hoofdelijke
stemming besloten een bedrag van f.5000,— te vo
teren voor het opmaken van een rioleringsplan.
De heer A.de Wit heeft schriftelijk de vraag ge
steld dat het hem is opgevallen dat door de haven
meester of bij diens afwezigheid door andere ambte
naren havengeld wordt geind op Zondag en of het niet
beter is een regeling te treffen, doordat de ambte
naren verzekerd zijn van een vrije Zondag.
De voorzitter zegt dat hierover door de ambtenaren
nimmer is gesproken, doch burgemeester en wethouders
geen bezwaar hebben wanneer des Zondags geen haven
geld wordt geind.
Vervolgens vraagt de heer de Wit of er al iets be
kend is omtrent de verandering van het cursusjaar
der scholen en of burgemeester en wethouders er iets
aan kunnen doen dat na hetaanleggen van een telefoon
aansluiting de straat goed wordt hersteld.
De voorzitter zegt dat het cursusjaar zeer waar
schijnlijk in 1953 zal veranderen en wat de straten
betreft van de P.T.T. bericht is ontvangen dat op
dracht is gegeven om de straten te herstellen.
N.s. 17192 1