-5-
-6-
Medewerking art.72 der
L.O.wet 1920 t.b.v.
Chr.Nat.School
Benoeming Gemeente-
tui nma n.
n.s. 17192 1
1b Augustus 1952.
Door het bestuur van de Vereniging "School met den
"Bijbel is een verzoek ingediend om medewerking, als
bedoeld in art.72 der Lageronderwijswet 1920, voor
het aanschaffen van 6 schoolbanken; het verlengen van
de speelplaats en verplaatsen van 12^ M afrastering
en het beleggen van 120 M2 grond met tegels, door
het beschikbaar stellen van een bedrag ad f.1379»
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de ge
vraagde medewerking te verlenen, door het beschikbaar
stellen van een bedrag, groot f.1379»
Vervolgens brengt de voorzitter aan de orde de be
noeming van een gemeente-tuinman.
Alvorens hiertoe over te gaan stelt de voorzitter
voor over te gaan tot sluiting van de deuren.
Na de heropening zegt de voorzitter dat de werk
zaamheden van de dienst openbare werken zich regelma
tig uitbreiden en de huidige arbeider le.klasse het
werk niet meer alleen aan kan.
De arbeider le.klasse wordt thans steeds bijgestaan
door een tijdelijke kracht, die in dienst is van een
aannemer, en de hieraan verbonden kosten bedragen
jear^rjke jaarlijks f.3000,
Een vaste kracht zou een bedrag van f.2663»ver
gen, zodat aan de benoeming van de gemeente-tuinman
nog voordeel verbonden zou zijn.
Bovendien heeft de gemeente over de tijdelijke
kracht slechts 7 maanden de beschikking, terwijl een
tuinman in vaste dienst het gehele jaar ten dienste
van de gemeente is
Als persoon die voor de benoeming van gemeente-tuin
man in aanmerking zou komen is de heer A.de Vos,
thans 2e.ambtenaar ter secretarie.
De heer de Vos verricht zijn werkzaamheden met veel
ambitie doch het is voor hem niet mogelijk de vereis
te vakdiploma's te behalen, daar hij niet in het be
zit is van het M.U.L.O. diploma.
Door de toenemende werkzaamheden is een reorganisa
tie ter secretarie noodzakelijk.
De heer de vos is in vroeger jaren altijd als tuin
man werkzaam geweest.
Onderhoud van de beplantingen is zeer noodzakelijk,
daar de beplantingen zich bijna in een verwaarloosde
toestand bevinden en onderhoud dringend noodzakelijk
is. Bovendien is de bedoeling een kas te plaatsen
voor het kweken van bloemen en op enkele percelen
grond vlakglas te plaatsen.
De heer de Wit vraagt op de heer de Vos accoord gaat
met deze regeling en er met hem over gesproken is.
De voorzitter antwoordt dat met de heer de Vos over
leg is gepleegd en betrokkene met een eventuele be
noeming zeer ingenomen zal zijn.
De heer A.P.van den Hil vraagt of de heer de Vos
deskundig is voor dat vak, waarop de voorzitter ant
woordt dat uit informaties gebleken is dat de heer de
Vos voor dit vak deskundig is.
De heer H.Grootenboer vraagt of de Vos bij het be
treden van de beplantingen door onbevoegden dwingend
kan optreden.
De voorzitter antwoordt dat het de bedoeling is
de te benoemen tuinman een aanstelling te verlenen
van onbezoldigd rijksveldwachter.