Opening
/voort
-1-
14 Januari 1952.
Notulen van de vergadering van de raad der ge
meente Willemstad, gehouden op 14 Januari 1952,des
namiddags 4 uur ten gemeentehuize.
Voorzittende Edelachtbare heer C.A.van der
Hooft.
Secretaris:de Weledele heer E.Dane.
Aanwezig de heren: J.A.Dekkers, H.Grootenboer,A-
P.van den Hil,C.Maris Czn, H.E.Maris,E.Verhagen en
A.de Wit.
-0-00-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-
De voorzitter opent de vergadering en heet alle
aanwezigen hartelijk welkom.In verhand met de eerste
vergadering in 1952 spreekt de voorzitter de volgen
de rede uit:
"Wij zijn inmiddels weer een nieuw jaar begonnen!
Wij hebben elkaar geschreven en ook mondeling
Gods zegen voor 1952 toegewenst in gezin en werk,
maar in het bijzonder voor de arbeid, welke gij en
ik moeten en mogen verrichten voor onze stad.
Bij het begin van het Nieuwe Jaar is het goed
even om te zien wat gebeurd is, maar tevens om samen
te spreken wat wij in de toekomst nog kunnen doen.
Onze stad werd in 1951 wederom niet gespaard voor
rampen,zoals die in 1950 plaats vonden.
Bij de legeroefening in Juli 1951 verongelijkte
bij de Oostdijk een tank met zeven inzittenden, waar
bij twee jonge mannen om het leven kwamen, vier wer
den gewond en vervoerd naar de ziekenhuizen in Roo
sendaal.
Door energiek optreden van de bevolking,werden de
vier gewonden gered.
Ontroerend was het dat de gehele bevolking mee
leefde en des middags in de gehele stad de vlaggen
halfstok wapperden.
Vandaag nu wij deze ramp in onze herinnering op
roepen, danken wij als raad der gemeente onze inge
zetenen voor dit blijk van spontaan medeleven.
Ook de gevolgen der Eerkbrand in 1950 doen zich
nog gevoelen. Het Actie Comité zet haar werk nog on-
verminderd/ën met blijdschap mag worden geconsta
teerd dat de bouw der Eerk zienderogen vooruitgaat.
Moge God onze stad in dit jaar voor rampen bewa
ren en ons in goede eendracht samenbrengen, opdat
wij onder jgijn zegen wat goeds mogen verrichten. Dat
gij alles wilt doen om het leed van Uw naaste te le
nige hebt gij bewezen toen gij twaalf gezinnen van
gerepatrieerden in Uw stad opnam en daar 12 woningen
voor bouwde.
Onnoemelijk veel werk is vóór en tijdens,maar ook
na deze opname door het secretarie-personeel onder
leiding van de gemeente-secretaris verricht. Volko
men berooid van alles wat zij hadden zijn deze trou
we Vaderlanders, uit een land waar zij verdrukt
werden, maar waar zij woonden en zich thuis voelden,
naar een koud en nat land gejaagd.
Thans doe ik weer een ernstig beroep op allen in
de gemeente deze mensen met hun gezinnen in Uw krin
gen op te nemen.
-2-
n.s. 17192 1
v