28 Februari 1950
artikel 7 der Woonruimte wetVerder maakt de heer
Verhagen B.en W. er op attent dat er geen verlich
ting is in de Achterstraat en op het kazerneterrein,
wat zeer gevaarlijk is.
De voorzitter antwoordt dat het presentiegeld ad
f.1,50 per vergadering zal worden gegeven en de lamp
die in de Achterstraat bij de heer Harmsen is aan/
gebracht in orde te brengen. Aan de verlichting kan
echter niet te veel worden gedaan, aangezien deze
zomêr het nieuwe straatverlichtingsplan zal worden
uitgevoerd.
De heer de Wit vraagt of er maatregelen kunnen wor
den getroffen dat het Vossenhol niet zo schandalig
wordt verontreiningd, doordat er gewoon een vuilnis/
belt van gemaakt wordt.
De voorzitter antwoordt dat er aandacht aan geschon
ken zal worden. Verder vraagt dezelfde spreker hoe
de vork in de steel zit betreffende de bouw van de
heer van der Flier aangezien volgens door hem ver
kregen inlichtingen B.en W. de grond hebben toegewe
zen en niet Gedeputeerde Staten.
De voorzitter antwoordt dat de grond in 19^6 door de
supervisor eerst aan van der Flier was toegewezen,
daarna weer aan van der Flier en Hollemans. Van der
Flier is hiertegen in beroep gegaan bij Gedeputeerde
Staten en deze hebben een dwingend advies gegeven.
Hierbij komt nog dat 2 woningen niet meer gebouwd
kunnen worden aangezien zulks in strijd is met de
bouwverordening. Thans is Hollemans in beroep, doch
op minder mooie wijze, daar architect de Rooij aan
Gedeputeerde Staten verkeerde inlichtingen heeft
verstrekt. Tevens heeft van der Flier Hollemans aan
geboden dat hij levenslang de door hem te bouwen wo4-
ning mag bewonen, doch dit aanbod werd door Holle
mans niet geaccepteerd.
De heer Grootenboer vraagt hoe het staat met de
bouw van de woning ten behoeve van de burgemeester.
De voorzitter antwoordt dat het huis 1 Juli a.s. ge
reed zal zijn. De aannemer heeft in Halsteren in
middels nog een woning gebouwd.
Tevens vraagt dezelfde spreker hoe het staat met de
18 woningen. De voorzitter antwoordt dat de fa.H.H.
Harmsen een aanbod heeft gedaan de woningen voor
f.121500,te bouwen, met welke prijs B.enW. ac-
coord konden gaan.
De heer H.E.Maris heeft de navolgende vragen:
1e. In de vorige vergadering had hij er reeds op
aangedrongen of de raadsstukken vroeger ter in
zage gelegd konden worden, wat echter deze ver
gadering niet gebeurd is.
2e. Waarom de notulen van de vorige vergadering
niet aanwezig zijn?
3e. Bestaat voor deze gemeente de mogelijkheid van
mijngas?
*fe. Kunnen de bloemen in de plantsoenen door de
schoolkinderen worden verzorgd?
- 5e. Het -