n.s. 17192 1
6 December 1950.
Dat de werklozen op Walcheren in barakken onderge
bracht worden is zeer zeker niet bevorderlijk voor
het gezinsleven. Burgemeester en wethouders zullen
echter hun uiterste best doen om dat te voorkomen.
Voor de jeugdige werklozen is tot op heden nog
geen oplossing gevonden.
De heer A# de Wit vraagt welke leeftijd geldt
voor jeugdige werklozen.
De voorzitter antwoordt van 18 jaar, doch momen
teel zijn er geen werklozen.
De heer K. Verhagen vraagt of burgemeester en
wethouders zich in verbinding kunnen stellen met
het bestuur van het waterschap "De Ruigenhil"daar
zij nog werk in de polder hebben.
De voorzitter antwoordt dat met de D.U.W. over
eengekomen:' is dat de werklozen allemaal geplaatst
zullen worden.
De heer H. Grootenboer zegt dat hij de opzichter
van voornoemd waterschap gesproken heeft en het
waterschap eveneens gaat bezuinigen. Andere jaren
waren er tien arbeiders werkzaam en nu zijn er
minder.
De voorzitter antwoordt dat hij contact op zal
nemen met voornoemd waterschap.
De heer K. verhagen zegt dat hij van burgemees
ter en wethouders een circulaire inzake de over
bruggingsregeling ontvangen heeft om daaromtrent
advies uit te brengen.
De voorzitter antwoordt dat de heer Verhagen
eerst advies moet uitbrengen agn B. en W. en daar
na het onderwerp in de raad besproken kan worden.
De heer Verhagen antwoordt dat hij zich voor
een dergelijk karretje niet laat spannen.
De voorzitter antwoordt dat dit onderwerp niet
in een openbare raadsvergadering besproken kan
worden aangezien het advies eerst ter kennis moet
worden gebracht van B. en W.
De heer verhagen vraagt of hij daarover nog iets
mag zeggen.
De voorzitter antwoordt hierop dat zulks niet
mogelijk is.
De heer Verhagen zegt verder dat hij in de laat
ste vergadering niet aanwezig kon zijn. Hij vraagt
of de gerepatrieerden jonge of oude mensen zijn en
of zij voor rekening van de gemeente komen als zij
geen werk hebben.
De voorzitter antwoordt dat hij op het Ministe
rie van Binnenlandse Zaken medegedeeld heeft dat in
deze gemeente geen werkgelegenheid en scholen ge
vestigd zijn. Hier zullen dus mensen gevestigd
worden voor wie deze omstandigheden geen bezwaar
opleveren. Er is toegezegd dat er geen kosten ten
laste van de gemeente komen terwijl de kosten
voortvloeiende uit de overbruggingsregeling ten
laste van het rijk komen.
De heer Verhagen vindt het wel jammer dat de
eigen mensen iets teruggeschoven worden, doordat
-het eerste-