VERORDENING BEBOUWING
VOORSCHRIFTEN.
WIJZIGING BEGROTING
DIENST 1950.
HERBENOEMING COMMIS*
SIE WOONRUIMTEWET
PENSIOENSGRONDSLAG
GEMEENTE - ONTVA NGER.
RONDVRAAG
6 December 1950.
Spreker adviseert de heer Maris deze zaak zelf
te onderzoeken daar hij ervan overtuigd is dat de
mensen zelf wel zullen komen opdagen daar het toch
in de kranten komt te staan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel
van burgemeester en wethouders aanvaard.
5 Gedeputeerde Staten dezer provincie hebben bij
schrijven van October 1950, G Nr.¥+008 H, IVe afd.
geadviseerd de verordening inzake de bebouwingsvoor
schriften opnieuw vast te stellen daar de inzending
van het oorspronkelijke besluit reeds lang is ver
streken.
De voorzitter zegt dat hierover reeds in een vo
rige vergadering gesproken is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel
van burgemeester en wethouders aangenomen.
Burgemeester en wethouders stellen voor de begro
ting dienst 1950 te wijzigen, zulks in verband met de
beschikbaarstelling van gelden voor de verandering
van de openbare school voor gewoon lager onderwijs.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe beslo
ten.
Burgemeester en wethouders stellen voor de com
missie, als bedoeld in art. 8 der Woonruimtewet
waarin thans zitting hebben de heren: A. Krijger,
K. Dane, C. Aarts, K. Verhagen en A. de Wit per
1 October 1950 te herbenoemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe beslo
ten.
De pensioensgrondslag van de gemeente-ontvanger
wordt gerekend vanaf 1 October 19*+&, zonder hoof
delijke stemming vastgesteld op f. oOO,
De heer A. de Wit heeft schriftelijk de navolgen
de vragen gesteld:
1. Het secretariepersoneel moet langer werken tot
5.30 uur n.m. in de spitsuren, waarom laat men
ze niet om 1.30 uur n.m. beginnen inplaats van
2 uur n.m.?
2. In alle bedrijven heeft men maar 1 uur schafttijd
kan dit bij het secretariepersoneel ook?
3. Zijn burgemeester en wethouders niet van mening
dat deze aangelegenheid met het secretarieperso
neel overlegd had moeten worden?
Worden zodoende niet meer kolen verstookt, terwijl
op een zuinig beheer wordt aangedrongen?
5. Dat burgemeester en wethouders in strijd handelen
met het besluit van de Minister van Economische
Zaken.
De voorzitter beantwoordt de vragen als volgt:
1. dat hij aan de eerste ambtenaar ter secretarie
heeft medegedeeld dat zij zelf kunnen regelen
-of zij al-
n.s. 17192 1