Aft
BEDRAG PER IV
LEERLING
VOOR HET BIJ
ZONDER ONDER
WIJS
BEZOLDIGING
BRANDWEER
PERSONEEL/
n.s. 17192 1
22 December 1949
Bovendien zegt spreker dat de gebrekkige waterafvoer
in de Groenstraat oorzaak is van het feit dat de al
daar woonachtige landbouwers de weg misbruiken door op
slag van bieten etc.^/
Wat betreft de verdaging van de straatbelasting zegt
spreker dat ook de bewoners aan de provinciale wegen
belastingplichtig zijn.
Verder vraagt de heer de Wit nog de aandacht voor de
spuisluis nabij de molen en de beschoeiingen langs de
verschillende sloten. Sprekeifacht het aanbrengen van
betonplanken aan te bevelen.
Wethouder Dekkers onderschrijft de zienswijze van dhr.
de Wit maar zeg£ dat daarmede een bedrag van f.15ooo,—
is gemoeid.
Voorzitter meent dat het goed is om ieder jaar een ge
deelte onder handen te nemen.
De heer H.E.Maris wil de moeders die het consultatie
bureau bezoeken helpen door het aanleggen van het
grind of tegelpad.
Wethouder Maris acht het meer gewenst daarmede te wach
ten tot de woningbouw in de Groenstraat gereed gekomen
is.
De Voorzitter wijst spreker op hfdst XVI van de kap.
dienst waar deze post pro memorie uitgetrokken werd.
Ten slotte stellr Voorzitter voor aan de ontwerp begro
ting een post toe te voegen voor de rattenbestrijding
en het bedrg daarvoor te ramen op f.30,
Wethouder^Dekkers zegt dat de post Helschendijk toch
wel wat te laag i3 geraamd,zodat slechts een gedeelte
zal kunnen worden verbeterd.
De heer Verhagen dankt de Secretaris voor de uiteen
zetting die hij een paar dagen geleden gegeven heeft
t.b.v. de raadsleden.
Ten slotte wordt de begroting zonder hoofdelijke stem
ming vastgesteld.
B. en W. stellen aan de hand van een ontwerpbesluit
aan de raad voor het bedrag per leerling voor 1950 te
bepalen op f.20,36.
De heer Verhagen verklaart zich accoord met het voor
stel. De heer H.E.Maris zegt dat geen rekening is ge
houden met het bedrag van f.100,dat geraamd werd
voor het gebruik van de Openbare Lagere school.
Voorzitter zegt dat B. en W. dit in de loop van het
jaar nader zullen bekijken.
B. en W. stellen voor aan de hand van een ontwerpbe
sluit over te gaan tot vaststelling van de bezoldiging
van het brandweer personeel. De commandant f.150,,de
Onder—commandant f.100,en het overige personeel
f.1,25 per uur,vermeerderd met 50 voor nacht en Zon
dags uren.
De heer Grotenboer vraagt naar het bedrag van de hui
dige bezoldiging van het personeel en wijst er op dat
de buitenploegen onvoldoende van kleding,schoeisel en
uitrustingsstukken zijn voorzien zoals oliejassen en
laarzen.
De Voorzitter zegt dat de bezoldiging reeds twee jaren
lang op f.1,25 is bepaald, terwijl aan de uitrusting
van het personeel de nodige aandacht zal worden be
steed.
De heer de Wit wijst er nog op dat de twee buitenploe
gen slechts beschouwd moeten worden als een aa nvul-
ling.
-van-