6 juli 1949.
Gesneuveld bij de bevrijding te Kleef in dienst van
bet Nederlandse Leger:
Bastiaan P.Kreeft
Gevallen in dienst van ons leger door een ongeval:
Jacobus T.den Rooijen
Ten gevolge van de beschieting van uw stad gesneuveld
Wed, van Waardenburg,
B.Oosters, Ph.Verhagen, M.van Endhoven, A.van Endho
ven, M.v.d.Put, E.Dane, C.de Visser, N.van Gend.
Voor de bevrijding van Indonesië gevallen:
Johannes C.J. van der Brugge
"fieeds klinkt het geroffel der komende trommen
Bevrijdende drommen zij stormen aan
Maar dit is het lied van de werkers die vielen
Stram op hun post,voor het recht van de mens
Nooit zal hun dood,onze geestkracht vernielen
Strijden wij voort! is hun dringende wens."
Ook in deze tijd na de capitulatie der DuitseItali
aanse en Japanse legei's moeten wij nog strijden.
Strijden voor de vrede. Dat is onze taak
Daartoe is nodig, dat wij eendrachtig zijn.
nDe heilige eendracht, is het zout
dat stad en huis in wezen houdt",las ik laatst
in een der Brabantse raadhuizen.
Welnu,mijnheer de voorzitter,Edelachtbare Heren, gij
zult willen weten wie ik ben.
Ik ben gereformeerd-ik ben anti-revolutionair,en ik
zal mij bij mijn bestuur door mijn geloof laten lei
den.
Onze arbeid moet ondergeschikt zijn aan ons geloof
en ziet die alleen als een middel tot het bereiken
van het eeuwig welzijn van de mens.
Dit geloof leert mij tevens, dat alleen mijn broe
ders en mijn zusters zijn,die ik meer lief moet heb
ben dan mij zelve,welke geloofsovertuiging zij ook
mogen hebbenen meest van allen,misschien wel degenen
die geheel geen geloof bezitten, omdat wij deze laatst
sten door onze levenswandel zo enorm mooie dingen
kunnen leren.
Ik ben dankbaar voor de woorden van onze oude Eonin-
gin,die steeds nog tot ons komen. Eerst was het in de
bezettingstijd,nu,nu Zij prinses is,spreekt Zij
ons toe op de Christelijke feestdagen via de radio.
Steeds weer grijpen Haar woorden ons diep in het
hart. De regels die mij bij de laatste radiotoespraak
het meest aangrepen waren wel deze:
"Ons rest niets anders dan afstand te doen van
onze zelfgenoegzaamheid,want dit blijkt steeds
weer een noodlottig staketsel te zijn tussen
de mensen onderling,maar ook tussen God en de mens."
Als wij afstand willen doen van deze zelfgenoegzaam
heid, als wij in heilige een dracht samen willen wer-
keh voor het belang van onze stad,edelachtbare heren,
dan zult gij in mij Uw man vinden. Eendracht en
nog eens eendracht kan ons ui$ de chaos opvoeren
naar betere tijden.
Wij zullen de handen in elkaar moeten slaan om in
het raam van het algemeen landsbelang alles te doen
wat we kunnen voor Will ems tad, met uitbanning van
alle—
n.s. 17192 1