Rondvraag.
n.s. 17192 1
2.
19 Aug.1947.
binnenkort in militairen dienst en het is dringend
noodig dat in de vacature wordt voorzien,aangezien
reeds drie oproepen daartoe werden geplaatst.
Met algemeene stemmen wordt nummer één der voor
dracht, den Heer D.L.Bordewijk benoemd,met ingang van
den dag,waarop hij deze kan aanvaarden.
De Heer de Lint wijst op de gevaarlijke toestand
waarin het bruggetje aan het einde van het Molenpad
verkeert.
Wethouder Dekkers zegt,dat er indertijd looze planker
op aange Dracht zijn en daarmede een wel zeer onvol
doende voorziening werd getroffen.
De Heer de Wit deelt mede,dat de Heer J.A.Maris,
vertegenwoordiger van "Menno van Coehoorn" voorge
steld heeft het bruggetje af te sluiten. Spreker
verklaart zich tegen het voorstel en wijst er op,
dat de Stichting "Menno van Coehoorn" verplicht is
voor het herstel zorg te dragen.
De Heer Verhagen zegt,dat hij vernomen heeft dat een
onbekende architect,n.l.Roodenburg,belast is ge
worden met het ontwerp van de te bouwen woningen
in de Groenstraat. Spreker is het daarmede niet
eens.
De Voorzitter zegt daarop,dat het College van Bur
gemeester en Wethouders de opdracht daartoe hebben
verstrekt aan den gemeente-opzichter P.Hartmans.
De Heer Verhagen vraagt naar de vestiging van de
Manometerfabriek.
De Voorzitter leest daarop eenige correspondentie
voor,welke gericht werd aan den Minister van Oorlog
Economische Zaken en den Commissaris der Koningin.
De Heer de Wit stelt voor een telegram te zenden
aan den Minister van Oorlog en hem medewerking te
verzoeken voor het beschikbaafc stellen van de voor
malige Gebieloodsen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten.
De Heer Matthee informeert naar de uitbesteding van
de woningen in de Groenstraat.
De Voorzitter zegt,dat er gewacht wordt op de goed
keuring.
De Heer de Wit