v c VERGAD2RIHG van den Raad der Gemeente WILLEMSTAD d.d. 28 Mei 1947» ades namiddags 8 uur. Voorzitter: de Hoogwelgeboren Heer Jhr.Mr.W.F.Quarles van Ufford. Secretaris: de heer K.Dane. Aanwezig de heeren: J.A.Dekkers,H.Grootenboer, G.N. de Lint, C.Maris Czn, P.M.A.Matthee, K.Verhagen en A.de Wit. RECHTSHERSTEL De Voorzitter opent de ver gadering en deelt mede, dat het vol- L.J.C.Maris, gende telegram werd gezonden aan den heer Burgemeester van Rijnsburg: "De Gemeenteraad van Willemstad, in vergadering bijeen, verzoekt IJ E.A. beleefd den heer L.J.C.Maris op Vrijdag 30 Mei a.s. verlof te willen verleenen, opdat hij in de gelegenheid is de raadsvergadering by te wonen, welke op dien datum zal worden gehouden, des namiddags 3 uur. Van de Burgemeester van Rijnsburg werd daarop het volgende suat woord ontvangen: "Maris verzoekt 8 dagen uitstel'-. De heer L.J.C.Maris telegrafeerde hedenmiddag het volgende: "Aan verzoek zal gaarne voldaan worden, als Burger a.s.week weer in Holland is.Verzoeke zaak zoolang aan te houden." De Voorzitter deelt mede, dat dhr.Maris thans ten tweeden male medegedeeld heeft niet aan het verzoek, om in de vergadering te verschijnen, te kunen voldoen. Spreker acht dit zeer spijtig, aange- zien dhr.Maris eveneens tot tweemaal toe toegezegd had te zullen verschijnen. Spreker deelt verder mede, dat Burgemeester en Wethou ders zich voor de vergadering hebben beraden en eenstemmig hun standpunt bepaald hebben en besloten hebben aan den raad voor te stellen, het verzoek van dhr,Maris niet in te willigen. De heer de Lint is echter van meening, dat met het verzoek om rechtsherstel van den hoer Maria geen spoed behoeft te worden be tracht en spreker acht het biliyk, dat betrokkene i# de gelegenheid wordt gesteld, zich te doen bijstaan door zijn raadsman, dhr.Burger. De Voorzitter acht de eisoh van de Heer W.aris niet onbillijk, maar is van meening, dat het verzoek niettemin afgewezen moet wor den, aangezien dhr.Maria tot tweemaal toe in de gelegenheid is ge weest in de vergadering te verschijnen en zich had kunnen doen ver gezellen van zijn advocaat dhr. van der Hurk en bovendien had dhr. Maris tot tweemaal toe beloofd te zullen komen. De heer Dekte rs zegt het standpunt van denvoorzitter te kunnen deelen, maar is zich ten volle bewust van de moeilijkheden en kan zich indenken, dat dhr.Maris eerst zijn raadsman wil raadplegen. De heer Matthee zegt, dat hem bekend is, dat Mr.van der Hurk door ongesteldheid verhinderd is zijn werkzaamheden te verrichten. Ben heer Grootenboer wil het voorkomen, dat dhr.L.J.C.Maris een loopje met den raad neemt. De heer C.Maris zegt, dat bij eventueel uitstel van de behande ling groote moeilijkheden ontstaan, aangezien alle getuigen etc. tegen Vrijdagmiddag opgeroepen zijn en eenigen van hen méeilijk te be reiken zijn. De heel? de Lint zegt, dat de zaak tot op heden slechts van één zijde belicht werd. Dhr.Maris heeft beloofd te komen, maar moest door de afwezigheid van dhr.Burger opnieuw uitstel vragen. De voorzitter acht het gezegde van den heer de Lint niet steek houdend, aangsdeh dhr .Maris toegezegd had te komen. De heer Dekkers is van meening, dat het beter was geweest, wan neer dhr.Maris reeds in de eerste vergadering (van Dinsdag) was verschenen. De heer Verhagen betuigt zijn instemming met dhr,Dekkers. De Heer de Wit meent ook, dat dhr.Maris niet moet gaan draaien. De heer C.Maris zegt, dat dhr.L.J.C.Maris reeds geruimen tijd ge leden op de hoogte was van het feit,dat eind deze maand een raads vergadering zou worden gehouden. Dhr.Maris was toch op de hoogte van het door de leden van den raad ingediend verzoek.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1947 | | pagina 13