1, VERGADERING van den BAAD der gemeente WILLEMSTAD op Dinsdag 27 Mei 19**7,n.m.2 uur. OPENING. RECHTSHER STEL L.J.C, MARIS. Voorzitter» de Hoogwelgeboren Heer Jhr.Mr.W.F.Quarles van üfford. Secretaris» de Weled.Heer K.Dane. Aanwezig de heeren* J.A.Dekkers,H.Grootenboer,G.de Lint,C.Maris Czn,P.M.A.Matthee,K.Verhagen en A.de Wit. Ter vergadering zijn mede aanwesig voor het verstrekken van in lichtingen» J.B.van der Linden,Wachtmeester der Rijkspolitie en Hoofd van den P.O.D.jD.C.van Weezei,ambtenaar der belastingen en Voorzitter van de Gemeenschap Oud Illegale Werkers» F.D.van Breda, gemeente-ambtenaar en lid van de G.O.I.W. en V.J.Wickenhage,oud controleur en opsporingsambtenaar van het Rijkskolenbureau. Om 2 uur opent de voorzitter de vergadering en deelt mede dat Burgemeester en Wethouders voorstellen deze vergadering als"bes14- ten" te houden. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De voorzitter stelt vervolgens aan de orde een schrijven van dhr.L.J.C.Maris te Willemstad,d.d.l6 Mei 19^7,houdende verzoek hem ingevolge artikel b van de Wet rechtsherstel Overheidspersoheel rechtsherstel te willen verleenen. De Voorzitter geeft een overzicht van de situatie die door het verzoek is ontstaan en deelt mede dat verzoeker zou kunnen vallen onder artikel V,lld 2 van genoemde wet.De bewijslast van het tegen gestelde rust op verzoeker. We moeten.aldaras spreker,rechtsherstel niet verwarren met eerherstel.Het laatste wordt beoordeeld door de Tribunalen en spreker leest eenige voorbeelden hiervan voor uit het commentaar opmgenoemde wet. Dhr«L.J.C.Marls heeft op eigen ver zoek ontslag gevraagd en moet nu,in verband met zijn verzoek om rechtsherstel, bewijzen dat de ontslag aanvrage bedoeld was als demonstratie van zijn houding tegenover de bezettende macht en tegenover den N.S.B.-Burgemeester van Campen. De Voorzitter deelt verder mede,dat dhr. L.J.C.Marls ultgenoo- dlgd werd om op deze vergadering tegenwoordig te zijn.Dhr.Marls heeft toegezegd aan de ultnoodlging gehoor te willen geven. Heden, aldus de Voorzitter,is echter van dhr.Maris het volgende bchrijven ingekomen Naar aanleiding van uw verzoek van 2^-dezer om in de vergadering van den Raad te willen verschijnen om nadere inlichtingen te komen verstrekken voor de behandeling van mijn verzoek als bedoeld in de Wet rechtsherstel Overheidspersoheel 19*f6,deel ik 1 mede,dat ik van meening ben,dat wanneer heeren raadsleden zich den toestand van 19^2 nog jrlllqq frprlnnerpp en kennis hebben genomen van de onpar tijdige bescheiden van den Weled.Gestr.Heer Mr.J.A.W.Burger,nadere toelichting niet meer noodlg is. "Mocht U echter nog meerdere inlichtingen wenschen dan verwijs ik beleefd naar Mr.Burger,voornoemd,omreden die mijn zaak van a tot kent en waarvoor m.l. gezien den termijn waarbinnen volgens de wet op mijn verzoek een beslissing moet worden genomen,voldoende ge legenheid openstaat. De Voorzitter acht het spijtig dat dhr.Marls niet aanwezig is, aangezien hij het op prijs zou stellen wanneer alles wat over de ontslagkwestie reeds is verhandeld,dezen middag ter tafel kon wor den gebracht. Spreker verzoekt ook den leden alles wat zij over deze zaak weten openhartig uit te spreken. De heer Verhagen vraagt of dhr.L.J.C.Marls in de gelegenheid is gesteld om getuigen te laten verschijnen in deze vergadering De Voorzitter zegt dat dht. Marls,zoowel mondeling als schrifte lijk medegedeeld werd dat hij zich kon doen vergezellen van getuigez De Voorzitter zegt bovendien dat dhr.Maris vanaf 16 Mei wist dat een vergadering belbgd zou worden.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1947 | | pagina 12