p
30 Jan 1946. Spreker wijst er echter op dat de kosten va n de aan te
leggen straat thans voor 90^ ten laste van het Rijk kunnen
worden gebracht.
De heer J.A.Maris z egt dit te willen riskeeren.
De voorzitter brengt het al of niet aanleggen van bedoelde
straat in stemming.
Tegen den aanleg stemmen de heeren G.Knook,J.A.Maris,C.Maris,
J.A.Dekkers,A.deY/it en H.Grootenboerterwijl de heer J.A.Knook
z ich voor den aanleg van de straat verklaarde.
De heer Gouwetor zegt verder dat op het onteigeningsplan geen
perceelen voorkomen,die voldoende ruimte bieden voor herbouw van
de vernielde panden.
Indien de gemeente zoo spoedig mogelijk het plan regelende de
bebouwing va n de kom der gemeente ter visie legt ka n foutieve
bebouwing reeds thans tegen gegaan worden.
Om voor vergoeding van het Rijk voor den Wederopbouw in aanmer
king te komen moet aan een drietal voorwaarden worden voldaan.
1. Het bouwplan moet voldoen aan het Weder0pbouwplan
2. Uiterlijk van een bouwpand moet voldoen aan de eischen,die door
den Supervisor van het Wederopbouwplan worden gesteld,en
3. De bouwplannen moeten worden gemaakt door een toegelaten
a rchitect.
De heer Gouwetor stelt voor zoo spoedig mogelijk aan het college
van algemeene Commissarissen voor den Wederopbouw te verzoeken dat
de heer Verhagen tot Supervisor over het "Wederopbouwplan dezer ge
meente wordt aangewezen.
De voorzitter vraagt den heer Gouwetor na r de verhouding welke
bestaat tusschen het Bouw-Woning en Welstandstoezicht en de Super
visor.
De heer Gouwetor zegt hierop geen volledige antwoord te kunnen
geven.
De heer C.Maris stelt voor de eischen,welke gesteld worden voor
het bouwen van kleine bedrijven aan den Stadschendijk te wijzigen in
2-|- H.A. en 5 stuks vee.
Aangezien de overige heeren hiermede accoord gaan wordt het
voorstel van den heer C.Maris aangenomen.
De heer Gouwe tor gaat wederom verder met zijn toelichting.
Na de vaststelling van het onteigeningsplan dient overgegaan te
worden tot herverkaveling en toewijzing va n de beschikbare grond
door de gemeente.
In den regel wordt daartoe benoemd een commissie van 4 of 5
ingezetenen onder leiding van den Burgemeester.
Genoemde commissie kan de getroffenen uitnoodigen ter bespre-