30 Jan 1946. king van de verdeeling. Zoo spoedig mogelijk daarna dienen met het college van Alge- meene Commissarissen besprekingen te worden gevoerd omtrent de financeering va n de Wederopbouw. De heer Gouwetor dringt op spoed aan,aangezien bij deze kwestie ook geldt het gezegde"Wie het eerst komt,die het eerst maalt". Het advies van deh heer Verhagen luidt eveneens,z 00 snel moge lijk plannen maken en indienen. Vervolgens brengt de voorzitter de thans besproken plannen in stemming. Met algemeene stemmen wordt tot vaststelling daarvan besloten, met in achtneming van de wijzingen en aanvullingen,waartoe tijdens de vergadering werd besloten. Vervolgens wordt met algemeene stemmen besloten,overeenkomstig het bepaalde bij art.36,4e lid der /oningwet,te verklaren,dat de vaststelling van het Uitbreidingsplan in hoofdzaak in voorberei ding is. De voorzitter dankt den heer Gouwetor voor zijn uiteenzetting en verzoekt diens medewerking in de toekomst bij de herverkaveling va n de bouwterreinen. De heer Gouwetor zegt ten slotte nog dat de onteigeningsver goeding getaxeerd moet worden naar de huidige bestemmingswaarde en de toekomstige bestemming. Spreker dankt de voorzitter da n nog voor diens woorden. Rondvraag 2e gedeelte. De voorzitter stelt thans opnieuw de rondvraag aan de orde. De heer J.A.Maris vraagt of de haven nog regelmatig gespuit wordt,aangezien dit van belang is voor het schoonhouden van de slooten en haven. De voorzitter zegt dat de Genie zich hiermede heeft belast. De heer C.Maris zegt dat ook vroeger reeds verschillende malen over dit punt is gesproken. De heer J.A.Maris acht het noodzakelijk de Genie te wijzen op de belangrijkheid van het spuien. De ^eer de Wit zegt dat de visschers nadeel ondervinden bij niet regelmatig spuien en voert aan dat de sluisdeuren niet meer regelmatig open staan in tegenstelling tot vroegere jaren. De heer J.A.Maris brengt naar voren dat in zijn tuin een graf- kruis staat opgericht en vraagt of dat nog iets te beteekenen heeft. De voorzitter zegt dat hiervan niets bekend is. De heer J.A.Maris vraagt na,r den stand der straatverlichting. r-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1946 | | pagina 6