SCH OOLGELD.
20 Dec.1946.
de heer de Wit deelt mede in de Westhoek gelezen
te hebben dat in de gemeente nog een woning beschik
baar is,terwijl over het algeameen bekend is dat
de woningnood groot is.
De Voorzitter zegt dat Burgemeester en wethouders
een onderzoek zullen instellen.
de heer de Wit vraagt ten slotte nog hoe het staat
met het schoonmaken der slooten.
de Voorzitter zegt dat die werkzaamheden indertijd
opgedragen zijn aan de D.U.W.
de heer Grootenboer vraagt of het mogelijk is
dat de notulen in den vervolge gestencild toegezon
den worden aan de raadsleden,omdat niet ieder in de
gelegenheid is daarvan inzage te nemen tijdens de
kantooruren.
De Voorzitter zegt dat een en ander bezwaarlijk
is in verband met de werkzaamheden en papierschaarste
maar zegt toe,dat de stukken in den vervolge in
de avonduren ter inzage gelegd zullen worden.
de heer Grootenboer vraagt verder hoe het staat
met de uitbetaling van de presentiegelden van de
raadsleden.
de Voorzitter zegt dat de uitbetaling plaats zal
hebben zoodra het jaar verstrekfen is.
de heer Matthee vraagt naar de uitbetaling van de
vergoeding artikel 13 der L.O.wet en deelt mede,dat
nog verschillende menschen geen belooning hebben
ontvangen voor het begraven van cadavers in November
1944.
Voorzitter zegt toe een en ander te onderzoeken.
Daarna sluit voorzitter de openbare vergadering
en opent de besloten zitting.
Voorzitter deelt mede dat de raad heden te beslis
sen heeft over het vermenigvuldigingscijfer voor de
schoolgeldheffing.
Spreker licht een en ander toe en deelt mede,dat
de opbrengst bij een cijfer 2 geraagtd wordt op
f.1500,-,bij cijfer 3 op f.2250,- en bij cijfer 4
op f.3000,-
Vervolgens worden verschillende gevallen besproken
aan de hand van de beschikbare belasting gegevens.
Burgemeester en wethouders stellen voor het ver
menigvuldigingsci jfer te bepalen op 3.
Na sluiting van de besloten zitting opent de
Voorzitter de openbare vergadering.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad het
vermenigvuldigingscijfer voor de heffing van het
schoolgeld te bepalen op 3.
Niets meer aan de orde zijnde,sluit voorzitter
de vergadering,na de aanwezige heeren dank gebracht
te hebben voor hun aanwezigheid en hen aangename
Kerstdagen te hebben toegewenscht.
De Secretaris,
De Voorzitter,
n. s. 17192 1