3. 20 Dec.1946. VERKOOP GEMEEN- EIGENDOMMEN. BENOEMING AMBT. BURGESL.STAND. RONDVRAAG. x. s. 17192 1 De Secretaris deelt mede dat de verordening de heffing regelt van leges voor door de gemeente secretarie te verleenen diensten t.b.v.particulieren. Aangezien de jaarwedden en overige secretarie kosten in den loop der laatste jaren sterk verhoogd zijn,dient ook de legs verordening gewijzigd te worden, en aangepast te worden aan dezen tijd. De^rechten voor verleende bouwvergunningen zijn verhoogd aangezien de gemeente momenteel per bouw plan meer moet betalen aan kosten voor onderzoek door het Bouw+,Woning-en Welstandstoezicht,daÉi dat de leges opbrengt. Bovendien is eenige wijziging gebracht in de te heffen rechten voor het voltrekken van huwelijken op een bijzonderen dag. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad de leges verordening vast te stellen. De voorzitter deelt mede dat B.en W.met de Fa.Gebr. van Dam onderhandeld heeft over den verkoop van de gebouwen in de Groenstraat. Spreker brengt tevens een schrijven ter tafel van het Prijzenbureau voor Onroerende Zaken te Zevenbergen,waarbij bepaald is dat de koopprijd in totaal het bedrag van f.7200,- niet mag overschrijden. de heer Verhagen vraagt of het bedingen van een hooge prijs mogelijk is.Spreker acht het echter een belang dat de gebouwen worden verkocht,in verband met een uitbreiding van de plaatselijke industrie. Voorzitter zegt dat de gemeente gebonden is aan de prijsbeheersching. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten tot verkoop over te gaan. Voorzitter verzoekt den raad hem te benoemen tot ambtenaar van den Burgerlijken Stand. ronder hoofdelijke stemming besluit de raad daartoe. De heer Verhagen vraagt of het waar is dat Burge meester en Wethouders de vorst-werkloozen verplicht heeft bij de Fa.Klein werkzaamheden in aanvaarden, met name rietsnijden,terwijl vele menschen dat werk niet kunnen en bovendien nietje schikking hebben over gereedschappen en goede klompen. De Voorzitter zegt daarvan,dat de fa.Klein om menschen gevraagd heeft en daarbij mededeelde dat vrijwel iedere landarbeider in staat was riet te snijden. Spreker acht het noodzakelijk dat de werk gever zorgt voor klompen en gereedschap. De heer de Wit zegt dat ook het Gewestelijk Arbeids bureau bezwaren heeft geopperd. ?e heer de Lint brengt naar voren,dat het niet juist is van de Fa, Klein om te beweren dat vrijwel iedere landarbeider riet kan snijden. Dit laatste wordt bevestigd door de heer Grooten- boer,die tevens vraagt of de menschen die het werk niet aanvaard hebben over de achterliggende dagen uitkeering krijgen. De Voorzitter zegt dat daartegen geen bezwaar be staat. de Heer de Wit klaagt over de toegangsweg tot de noodwoningen. de Voozitter zegt dat daarin verbetering zal komen na de aanleg van de straat,hoewel spreker er geen bezwaar in ziet reeds thans een pad te maken van zand en neemt op zich een en ander met den gem.opzichter uS D0SI*GiC©n%

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1946 | | pagina 33