2. 14 Oct.'46. RONDVRAAG. n. s. 17192 de heer Grootenboer vraagt of de melkslijters reeds ontheffing hebben verkregen van de Winkelsluitings verordening. de Voorzitter zegt,dat de melkslijters geen voor deel bij een ontheffing hebben,aangezien de Maandag- mi d dagsluiting even moeilijk is dan de Dinsdagmiddag sluiting. De heel* de Lint acht het beter dat over het alge meen geen mondelinge ontheffingen worden verleend, maar uitsluitend per schriftelijke mededeeling. de heer Grootenboer acht het noodzakelijk dat de putten aan weerzijde van de z.g.hoogeweg worden dichtgemaakt. de heer Dekkers deelt mede,dat dit niet tot de competentie van de gemeente behoort,maar uitsluitend mag geschieden door de Genie. de heer Maris acht het daarom noodzakelijk dat een verzoek wordt gericht aan de Genie. de heer de Wit zegt,dat de bewakers van de politieke gevangenen zeer roekeloos omgaan met hun wapenen. de Voorzitter zegt,dat hem daarover in het alge meen klachten bereiken. Volgens spreker zal de be waking binnenkort overgenomen worden door de* Rijks politie De heer Dekkers deelt verder nog mede,dat nabij het Geniebureau een kelder open ligt en een gevaar voarmt in de avonduren. Overigens wordt nog breedvoerig gesproken over de straatverlichting,met name aan de haven,in de Achter straat en in de derde phats aan de Stadschendijk. De heer Maris vraagt naar de stand van de noodwo ningen. de Voorzitter licht een en ander toe en zegt,dat thans gebleken is dat de fa.D.U.R.A. Jmaanden heeft moeten wachten op een urgentieverklaring van het Hoofd van het Streekbureau te Roosendaal. Op voorstel van de heeren Matthee en de Lint be sluit de raad eennklacht in te dienen tegen het Hoofd van het Streekbureau,dhr.van Ketwich. Niets meer aan de orde zijnde sluit voorzitter de vergadering DecBurgemeester De Secretaris,

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1946 | | pagina 30