30 Januari 1946. ontvangt van de gemeenteterwijl nog niet is voorzien in de
vacature van wijkverpleegster.
De voorzitter zegt dat deze kwestie bij de behandeling van
de begrooting ter sprake zal worden gebracht
De Heer de Wit klaagt over verschillende openwaterleidingen
op particuliere erven.
De voorzitter zegt dat dit een zaak is,waarop de particulieren
ingevolge de bouwverordening moeten worden gewezen.
De heer de Wit acht het verder beter dat de brandweerkleeding
niet langer in de brandweerkazerne opgeborgeh blijft.
Spreker is van mening dat de ïleeding en de laarzen bij het
brandweerpersoneel aan huis opgeborgen behooren te worden.
De brandweerkazerne is vochtig en de uitrustingstukken hebben
daardoor te lijden.
De voorzitter zegt deze kwestie nader te zullen onderzoeken.
De heer de Wit wijst er verder op dat op nog enkele plaatsen
munitie is achter gebleven.
Spreker meent zelfs te weten dat aan de waterkant van het
Hollandsch Diep nog een bom ligt.
Dhr.Grootenboer zegt,dat er nog granaten liggen op den berm
van den Noordia ngenweg,in de omgeving van de hofstede van den
heer Knook.
De voorzitter zegt dat de door den Heer de Wit bedoelde bom
alleen opgeruimd ka n worden bij laag water.
Spreker zal zich echter in verbinding stellen met de Holland-
3che militairen op het fortSabina ten einde te bewerkstelligen
dat de munitie door Duitsche krijgsgevangenen wordt op geruimd.
De heer de Wit vraagt of het huis Voorstraat A 36 nog niet
bewoond kan worden.
Spreker meent dat het huis momenteel slechts gebruikt wordt
als bureau voor de Pa.Roos.
De voorzitter zegt dit te zullen onderzoeken.
De heer G.Knook zegt vervolgens dat het brandweerpersoneel
buiten de kom nog steeds niet voorzien is van kleeding en schoei
se l,in tegenstelling raet het personeel in de kom.
De voorzitter zegt deze kwestie te zullen onderzoeken.
De heer Knook vraagt verder hoe het staat met het rooien van
de boomstronken in den singel.
De voorzitter zegt dat Burgemeesters en Jethouders aan de
stichting Henno van Goehoorn voor zullen stallen de boomresten
ter beschikking te willen stellen van de inwoners dezer gemeente
De heer J.A.Maris vraagt naar den stand van de begrooting.
De voorzitter zegt dat de begrooting in de eerstvolgende
vergadering
A.