RONDVRAAG.
n. s. 17192
2.
20 Septi^ó.
De heer de Lint vraagt of de gemeente het noodslach-
tingsgebouw kan missen.
De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders
deze kwestie met den heer Snijders besproken heeft,
waarbij laatstgenoemde verklaard heeft de zienswijze
van het college van b.en w. te kunneiifdeelen. Het
noodslachtingsgebouw wordt slechts 2 5maal per
jaar gebruikt. In de nabije koekomst kunnen de nood-
slachtingen gevoeglijk te Fijnaart verricht worden.
Mocht later toch nog een noodslachtingsgebouw
noodig blijken te zijn,dan kan een slachtplaats bij
een der slager daartoe aangewezen worden.
De heer de Lint vraagt hoe het moet gaan met een
bergplaats voor Konings en het brandspuithuis.
De Voorzitter zegt dat bij b.en w. plannen be
staan in de toekomst naast het gemeentehuis,op het
bouwterrein van Koomans,een brandweerkazerne met
bovenwoning en bergplaats voor de gemeentewerkman
te bouwen.
De heer Verhagen vraagt of de gemeente de vuilnis
belt kan missen.
De heer de Wit is van meening dat deze opgeruimd
moet worden.
De Voorzitter zegt dat dit ook de meening van
burgemeester en Wethouders is.De vuilnisbelt moet
overgebracht worden naar een terrein buiten de kom
der gemeente.
De Voorzitter stelt voor eerst over te gaan tot de
rondvraag,aangezien strak bij de behandeling van de
opheffing van het burgerlijk armbestuur wellicht
behoefte kan bestaan een en ander in besloten ziti
ting te behandelen.
De heer Matthee vraagt of het verzoek van Otto
reeds ingewilligd is.Door Otto is ontheffing ge
vraagd van eenige bepalingen der 'Winkelsluitings
verordening.
De Voorzitter zegt dat deze kwestie aan het einde
van de vergadering besproken zal worden.
De heer Matthee vraagt verder of reeds een licht
punt is bangebracht bij M.Schippers.
De heer de Wit voegdt daarbij een vraag over de
stand van zaken der straatverlichting in de Achter
straat en Kerkring.
De voorzitter zegt,dat het lichtpunt bij Schip
pers een particuliere kwestie is,waarvoor B.en W.
reeds ontheffing hebben verleend.
In de straatverlichting is nog weinig verandering
gekomen door een ernstig gebrek aan materiaal.
De heer Matthee vraagt ten slotte of een woning
beschikbaar gesteld kan worden t.b.v. Adr.van de Ree,
die voorheen gewoond heeft in de woning van A.Sneep,
m de Landpoortstraat.
De voorzitter zegt,dat deze kwestie behoort tot
de competentie van B.en W. en ook door genoemd col
lege onder oogen zal worden gezien.
De heer de Wit vraagt of de overuren van het ge-
meentepersoneel,met name het secretariepersoneel
vergoed worden. Spreker acht overigens de bezoldi
ging van het gemeentepersoneel te laamg.
heer de Lint zegt,dat de particuliere bedrijven
steeds voorgaan en dat de overheidsinstellingen lang
zaam volgen, 6
De Voorzitter zegt,dat deze kwestie na afloop van