7. Groenstraat is gedempt en dat de gemeante nog niet voorzien heeft in de afrastering van de tuinen.De voorzitter stelt x een en ander te doen onderzoeken. De heer Maris komt opnieuw terug op de door hem "bij voorschot verstrekte boete van f.20.000,-,en vraagt of de voorzitter reeds een samenspreking heeft gehad met Notaris Blommert te Fijnaart.De voorzitter zegt,daartoe nog geen gelegenheid te hebben gehad. De heer J.A.Maris wijst erop dat de Orangemolen tijdens de oorlogshandelingen beschadigd is en dat voor het herstel daarvan gelden noodig zijn. De voorzitter zegt,dat de gemeente noodlijdend is en dat geen gelden beschikbaar gesteld kunnen worden zonder goed keuring van G.S. en den Minister van Binnenlandsche Zakern. Wethouders Maris verklaartdat aangenomen kan worden dat de raad in zijn geheel voorstander is van een spoedig herstel x van de molen. De heer J.A.Maris informeert naar het herstel van het raad huis.De voorzitter wijst op de slechte materiaal-positie. De heer Maris vraagt wie de kosten moet betalen. De voorzitter zegt,dat de kosten komen voor rekening van de gemeente,het rijk en de provincie .Voor wat betreft het herste] van de oorlogsschade worden de kosten gedragen door de Rijks inspectie voor de Kunstbescherming. De heer de Wit wijst op het woningvraagstuk in de gemeente en zegt dat verschillende bedrijven knechts noodig hebben,ter wijl geen woningen beschikbaar zijn. De voorzitter zegt,dat de woningnood inderdaad enorm groot is en dat hierbij voor B. en W.een moeilijke taak ligt. De heer de Wit wijst er verder op dat in de Groenstraat een gemeentelijk^ goot door granaat werd getroffen, terwijl her stel tot dusver achterwege bleef.De voorzitter neemt op zich de zaak met dn gemeente Architect te bespreken. De heer de Wit vraagt naar de mogelijkheid voor de Fa.Gebr. van.Da m voor het plaatsen van een loods op de hoek van de Groenstraaten wijst erop dat hierin een algemeen belang is gelegen.De heer Dekkers zegt,dat de eigenaren weigeren de noodige bouwgrond aan de Gebr.v.Dam te verkoopen,af gezien dat zij verwachten dat de voorgenomeh onteigening niet doorgaat.De voorzitter zegt,dat aangenomen moet worden dat de onteigening zeer zeker doorgaat.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1946 | | pagina 16