3. 17 Dec 1945. Een woord van dank is zeker miet misplaatst aan onze wakkere ambachtslieden,die door hun onverpoosden arbeid dit alles heb ben mogelijk gemaakt. Ik hoop van harte,dat met dezelfde toewijding en activiteit kan worden voortgewerkt om het uiterlijk aanzien onzer gemeente wederom in zijn glorierijken ouden staat te herstellen. Eveneens mag met vreugde geconstateerd worden,dat na aanvan kelijke stagnatie thans de wederopbouw der getroffen boorderijen met voortvarendheid wordt ter hand genomen. Eveneens is het mij een behoefte om vanuit deze plaats een woord van groote erkentelijkheid te spreken jegens het plaatse lijk H.A.R.K. Comité,dat door haar stoere en noes oen arbeid er veel toe heeft b^gedragen dat in de meest dringende nood is voorzien. De taak,die op Uwe schouders ligt, Mijne Heeren, brengt in deze moeilijke tijd groote verantwoordelijkheid met zich mede. Alhoewel de bevogdheden van den tijdelijken Raad niet dezelfde zijn als die van voorheen, zult gij er toch in ruime mate toe kunnen bijdragen,dat deze gemeente de rampen van den oorlog wederom spoedig te boven zal komen, en wederom de eereplaats, welke deze gemeente op grond van haat^ Historie in den rij der Vaderlandsche gemeente^inneemtweder zal kunnen bezetten. Dat zal alles mogelijk zijn indien gij in eendrachtige samen werking de belangen van ons zoo dierbaar Willemstad behartigt. Moge Gods zegen op Uw arbeid rusten. De Heer C.Maris: Namens den Raad zeg ik U dank voor de goede woorden tot ons gesproken. Wij zullen met elkaar Willemstad trachten op te bouwen,zoodat het spoedig weer het oude aanzien krijgt. Ik hoop dat in de vergaderingen van den Raad een pret tige samenwerking zal bestaan in het belang van de geheele ge meente De Heer J.A.Dekkers: In deze eerste vergadering moge ik U Mijnheer de Burgemeester nog met een kort woord toespreken. Onder zeer bijzondere omstandigheden is U hier als Burgemees ter gekomen, zoodat van een ontvangst geen sprake kon zijn. Dit neemt niet weg,dat wij U hier thans met instemming mogen be groeten en wij zijn er van overtuigd,dat U alles zult doen,voor het welzijn en den wederopbouw van onze gemeente. Ik hoop,dat de samenwerking met den Raad,van dien aard mag zijn, dat wij de traditie van den Willemstadschen Raad niet zul len handhaven in de komende jaren.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1945 | | pagina 3