2 Februari 1940
998.
te hiervan eenigszins gewijzigd. De Raad heeft destijds tot reor
ganisatie van het Armbestuur besloten en per slot van rekening
is het thans zoo,dat leden van het Gemeentebestuur in het Col
lege geen zitting meer mogen hebben. Dit besluit,dat de goed
keuring van Heeren Gedeputeerde Staten behoeft,is echter nog
niet goedgekeurd terug ontvangen,zoodat deze zaken maar sleepen-
de worden gehouden.
Spreker is dan ook niet langer meer bereid om de verantwoor
delijkheid van deze zaak te dragen en bedankt bij dezen dan ook
voor het Voorzitterschap. Wanneer men de consequenties hiervan
in oogenschouw neemt,dan staan dus de zaken thans zoo,dat men
feitelijk een romp heeft,waar geen Voorzitter aan zit. De Raad
kan echter ook in afwachting van de goedkeuring door Heeren Ge
deputeerde Staten van het besluit tot wijziging van het Reglement,
een tijdelijken Voorzitter aanwijzen.
De Heer J.A.Maris zegt,dat al de redeneeringen van den Voor
zitter overbodig zouden zijn,wanneer de Voorzitter zich maar hield
aan de goedgekeurde Reglementen,door om de maand te vergaderen.
Het Reglementdat thans geldt,is het eenige geldige Reglement
en wanneer men weet ,dat sinds 27 Juni 1939,geen vergadering
meer van het Armbestuur is gehouden,dan vraagt spreker zich af,
hoe de Voorzitter durft te beweren,dat het Reglement en de za
ken,be treffende het Armbestuur meer in het algemeen niet goed
werken. Al de narigheid,waarmede de Voorzitter thans de Raad 1
tracht te overreden,is alleen de schuld van den Voorzitter,omreden!
deze zich niet houdt aan het door Heeren Gedeputeerde Staten
goedgekeurde Reglement.
De Voorzitter zegt niet bereid te zijn,met een dergelijk Regie- i
ment te willen werken.
De Heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter dan moet bedanken,
maar niet moet schermen met mededeelingen,als zou hij niets met
dit Armbestuur kunnen doen.
De Voorzitter zegt,dat de Heer Maris de zaken moet zien,zoo
als zij zijn. Deze zaak is al zoo dikwijls opgeschorstmaar er moet
eenmaal een eind aankomen.
De Raad heeft zich nu eenmaal uitgesproken en er blijft momen
teel niets anders over,dan een stuk van het Burgerlijk Armbestuur.
De Heer J.A.Maris zegt,dat het Burgerlijk Armbestuur nog hee-
lemaal bestaat. Het ontbreekt er alleen nog maar aan,dat de Voor
zitter zich houdt aan het Reglement.
De Voorzitter zegt,dat gedachten tolvrij zijn,en het is de vraag
maar,wat de Raad wil. Momenteel moet er in 2 vacatures worden
voorzien.
De Heer H.H.Harmsen zegt,dat er toch drie vacatures zijn.
De Voorzitter ontkent dit,en zegt,dat voorzien moet worden in
de vacature van Voorzitter en in de vacature van den Heer Johs.
Boertjesomredendeze per 1 Januari j.1.periodiek is afgetreden.
Volgens het laatste raadsbesluit zou ook de Heer J.A.Maris af
moeten treden,maar waar dit besluit nog niet is goedgekeurd,bezit
dit nog geen rechtsgeldigheid en de Heer Maris zal niet bereid
zijn om zelf zijn ontslag te nemen.
2 Februari 1940! 999.
De Heer H.H.Harmsen zegt het beter te vinden,dat dan de Voor
zitter zoolang als tijdelijk Voorzitter fungeert,totdat hat Raads
besluit tot wijzigin^van het Reglement is goedgekeurd.
De Voorzitter zegt dit dan zoolang te willen doen,ten minste
als de Raad daarop prijs Stelt,maar niet langer dan tot van Gede
puteerde Staten bericht is ingekomen.
De Heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter niets anders te doen
heeft,dan overeenkomstig het goedgekeurde reglement de zaken te
behandelen.
De Voorzitter zegt,dat hij bedankt als Voorzitteromreden hi^
niet langer de verantwoordelijkheid op zich wenscht te nemen,maar
als noodmaatregel wel bereid is,tijdelijk Voorzitter té\blijven.
De Heer J.A.Maris vraagt,wie een Voorzitter van het Burgerlijk
Armbestuur benoemt,want volgens spreker kent het Reglement niet
eens de functie van tijdelijk Voorzitter.
De Voorzitter zegt,dat hiertegen niets geen bezwaren bestaan.
De Heer A.de Wit zegt het noodzakelijk te vinden,dat het Bur
gerlijk Armbestuur haar werk blijft doen en vooral in dezen tijd is
dit van groot belang. De bepaling,dat geen leden van het Gemeen
tebestuur in het Armbestuur zitting mo^en hebben,noemt spreker
ook onzin,want het moeten geen onder onsjes worden.
De Heer C.Dane zegt,dat dit een gevolg is,van de onderlinge
ruzie,welke steeds in het Armbestuur voorkomt.
De Heer J.A.Maris zegt,dat dit de oorzaak is,van het feit,
dat de Voorzitter zich niets van het Reglement aantrekt,en zijn
eigen gang maar gaat.De leden worden overal buiten gehouden. De
leden zijn het altijd geheel met elkander eens.
De Voorzitter zegt,dat vroeger nooit iets in het Burgerlijk
Armbestuur voorvielmaar zoolang de Heer J.A.Mariè er in zit,
staat de boel al op zijn kop.
De Heer C.Maris zegt,ook meermalen vergaderingen te hebben
bijgewoond met den Voorzitter als Voorzittermaar dit heeft nooit
tot botsingen aanleiding gegeven.Hierin moet verandering komen,
want de belangen der armen worden hierdoor geschaad.
De Heer A.de Wit vraagt,of de Heer J.A.Maris ook al zitting
had in dien tijd,dat er geen rekeningen aan het Diaconessenhuis
werden betaald? Spreker zegt,dat er nog groote posten in de
boeken van het Diaconessenhuis openstaan. Toen zat er de Heer
Maris toch niet in,dus alles was toen ook geen koek en ei.
De Voorzitter zegt,dat er toen ook wel geschillen zullen heb
ben bestaan,maar die zullen toen ook wel 'een redelijken grondslag
hebben gehad,.
De HeerA.de Wit zegt,dat de betrokken personen toch ook toe
zeggingen door den Voorzitter zijn gedaan,nl.dat het Armbe
stuur deze kos.ten zou betalen.
De Heer H.H.Harmsen zegt,dat toen geen enkele toezegging is
gedaan.
vastgelegd.^'^'^ar*S d' «1*. z«n
De.Voorzitter zegt,dat de verdere afwerking van deze zaak dus
nog even zal worden aangehouden tot de beslissing van Heeren Se-