Opdracht Kasopne
mingen aan Veri
ficatiebureau.
Verhooging maxi
mum bedrag der
in rekening
courant op te
nemen bedragen.
Reglement van
Orde
V ergaderingen
Raad.
2 Februari 1940 996.
■•medetellen. De kosien worden hierdoor in vergelijking met die der
naburige Gemeenten,abnormaal hoog. Spreker acht een bedrag van
F.8,- meer dan voldoende.
De Heer Harmsen meent,dat de Besturen der Bijzondere Scholen
zich dan gelukkig kunnen noemen,dat deze regeling bij de Wet is
vastgelegd.
De Voorzitter ze£t,dat het hem wel bekend is,dat over een
jaar de voorloopige kosten per leerling van F.13,- op F.11.-
werden teruggebracht.
De Heer J.A.Maris zegt van meening te zijn,dat deze kostenbe
rekening niet overeenkomstig de werkelijkheid is.
De Heer A.de Wit zegt,dat deze berekening toch in de lager
Onderwijswet is aangegeven.
De Heer J.A.Maris zegt,dat het voor hem nog de vraag is,of
sommige kosten van het gedeelte,dat voor het openbaar lager on
derwijs wordt gebruiktmoet worden aangehouden of de kosten van
het geheele gebouw.
De Heer A.de Wit zegt zich ook nog niet met deze berekening
te kunnen vereenigen,voor dat Burgemeester en Wethouders aan den
Raad een gespecificeerde berekening der kosten hebben overgelegd.
De Voorzitter zegt deze definitieve vaststelling in stemming
te zullen bréngen.
Met 4 tegen 2 stemmen worden deze bedragen,overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethoudersvastgesteld
Tegen stemden de Heeren J.A.Maris en A.de Wit.
Voor de overige heeren.
De Voorzitter zegtdatvolgens het contract met de "Frauderi
sico-Onderlinge voor Gemeenten"de kasopnemingen bij de Gemeente
moeten geschieden door een Verificatiebureau. Burgemeester en
Y/ethouders stellen dan ook voor om,behoudens goedkeuring van
Heeren Gedeputeerde Staten,deze kasopnemingen over te dragen aan
het Verificatiebureau der Vereeniging voor Nederlandsche Gemeen
ten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
De Voorzitter zegt,dat voor deze Gemeente het maximum bedrag
der in Rekening-Courant op te nemen bedragen is bepaald op
F.30.000.-. De financieele toestand der Gemeente is na dien tijd
van dien aard gewijzigd,dat dit niet voldoende is,zoodat Burge
meester en Wethouders voorstellen,dit maximum bedrag te verhoo-
gen tot F.50.000.-
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
De Voorzitter zegt thans nog even een opmerking te willen
maken over het door den Raad ^voor zijn vergaderingen vastgestelde
Reglement van Orde. Spreker zegt dit meer te doen als Burgemees
ter,omreden het hem alsnog wil toeschijnen,dat er bepalingen in
voorkomen,welke in strijd met de Wet zijn. Spreker wenscht geen
overhaaste behandeling van deze zaak,maar zegt er reeds genoegen
mede te kunnen nemen,wanneer de meerderheid van den Raad hem de
toezegging wil doen,om de kennelijk in strijd met de Wet zijnde be
palingen er uit te lichten. Wanneer spreker deze toezegging kan
worden gedaan,bestaat er altijd nog gelegenheid om deze zaak nader
-2-Pebruari 1940!
Kwestie Burg.
Armbestuur.
997.
onder de oogen te zien.
De Heer J.A.Maris vraagt,welke bepalingen dan volgens de
Voorzitter in strijd met de Wet zijn.
De Voorzitter zegt in de eerste plaats het aantal vergaderin
gen en vervolgens het aantal dagen,dat tusschen het tijdstip der
vergadering en het rondzenden der convocaties moet verloopen.
In het algemeen,zegt spreker,laat de Gemeentewet -mits deze
goed gelezen wordt- weinig over,om bij afzonderlijk Reglement
te regelen. Spreker stelt er daarom prijs op,dat de Raad deze
dingen nog eens goed nakijkt. Is de Raad niet bereid,aan deze op-
smerkingen gevolg te geven,dan zal spreker zich tegen deze bepa
lingen tot het uiterste toe verzetten.
De Heer C.Dane vindt het verzenden van de convocatie minstens
S 5 dagen voor de vergadering beslist noodzakelijk,want iedereen
Imoet behoorlijk tijd hebben,de stukken in te zien.
De Heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter gelijk zou hebben,
j wanneer er bepalingen in voorkwamen,welke niet strookten met
de Wet,maar waar de Voorzitter de juiste beteekenis van het
woordje "ten minste" niet schijnt te begrijpen of te willen be
grijpen, geeft dit aanleiding tot verschil van meening. Volgens
spreker mogen er wel meer dan 6 vergaderingen per jaar worden
j gehouden,maar niet minder. Spreker zegt,dat hij zich destijds de
moeite heeft willen getroosten om deze zaak op de Griffie na-
I der te bespreken en daar hadden de heeren er juist geen bezwa
ren tegen. Het, Reglement is daar zeer scherp besproken.
De Heer A.P.van den Hil zegt,dat deze punten toch zoo wei
nig om het lijf hebben,dat gevoegelijk met de bepalingen van ar
tikel 46 der Gemeentewet genoegen kan worden genomen.
De Voorzitter zegt,dat wanneer deze bepalingen in het Regle-
jment van Orde blijven gehandhaafd het kan gebeuren,dat een ver
gadering zou moeten worden gehouden,terwijl
de agenda zijn.
Het gaat,aldus spreker,er alleen maar om,de bepalingen,wel
ke strijdig zijn met de Wet er uit te lichten en laten wij daar-
I om afspreken,dat dit Reglement nog eens kalm wordt bekeken.
De Heer C.Dane zegt,dat de Voorzitter het Reglement niet
langer aan hoeft te houden. Hetgeen er in staat is reeds genoeg
besproken en als het in strijd met de Wet is,zullen Heeren Ge
deputeerde Staten dit wel zeggen.
De Voorzitter zegt,dat het Reglement er is en zijn tóepas-
jsing kan vinden,maar daarom is het toch beter,dat dit eerst
nog eens kalm bekeken wordt.
De Heer C.Dane Gzn.zegt dit niet noodig te vinden. Ook de
jHeer C.Maris Czn.zegt,dat het gerust zoo weg gestuurd kan wor—
den,want dan zien wij later maar weer.
De Voorzitter zegt het toch nog even in een volgende ver
gadering aan de .orde te zullen stellen.
De Voorzitter zegt,dat,zooals de Heeren weten,de zaken van
het Burgerlijk Armbestuur van dien aard zijn,dat spreker als
•Voorzitter van dat Bestuur niet bereid is,op dezen ingeslagen
W8g faa?* Spreker ia daarom in overleg met den Raad
is in de laatste vergadering ten opzich-
er geen punten voor
getreden. Het Reglement