i* 8. De waarnemend Voorzitter zegt,dat het geraamde bedrag eigenlijk nog te hoog is,maar om o.a.de verhoogde assurantiepremie in de toekomst te kunnen betalen is het bedrag,na aftrek van dergelijke kosten,ongeveer een percentage van het totaal bedrag der uitga ven,dat meestal wordt toegestaan. Spreker zegt,dat de Gemeente-secretaris heeft gevraagd om een volontair te mogen aanstellen,maar het College van Burgemeester en Wethouders is van meening,dat voor het verrichten van de meer dere werkzaamheden de secretaris meer heeft aan een kracht,die met de administratie op de hoogte is,zoodat den Raad gevraagd wordt om voor het aanstellen vajj een tweeden ambtenaar ter sec retarie een bedrag van ƒ.600,- a ƒ.800,- beschikbaar te stellen tot betaling van een dergelijken kracht. Het Ooilege van Burge meester en Wethouders stelt voor de jaarwedden van een tweeden ambtenaar ter secretarie te bepalen op ƒ.600,- met 4 jaarlijksche verhoogingen van ƒ.50,-. De Heer J.A.Maris zegt,dat waar de Secretaris blijk heeft gegeven met een volontair genoegen te nemen,het ook in het belang der gemeente te noemen,dat daarvoor toestemming wordt gegeven,omreden dit de gemeente niets kost. De Heer C.Maris zegt zich niet te kunnen voorstellen dat voor een gemeente met 2000 inwoners met zooveel ambtenaren moet wor den gewerkt. De Heer J.A. Mar is me ent, dat hij, evenals de heer C.Maria, niet de noodige kennis van de gemeente administratie heeft om dit te kunnen beoordeelen. Spreker is er echter van overtuigddat mo menteel de werkzaamheden ter secretarie niet vergeleken kunnen worden met die van eenigen tijd terug. Alleen zegt spreker het gek te vinden,dat als de secretaris om een volontair vraagt,Bur gemeester en Wethouders een ambtenaar willen geven. De waarnemend Voorzitter zegt,dat dit een zaak is,welke Burge meester en Wethouders aangaat. De Heer A.P.van den Hil zegt,dat dit punt toch niet op de agenda staat en dus toch zeker wel kan worden aangehouden tot een volgende vergadering. De waarnemend Voorzitter zegt,dat dit punt bij de Begrooting behoort te worden behandeld. De Heer C.Maris Czn.zegt bezwaar te hebben tegen uitbreiding van personeel. De Heer K.Verhagen zegt,dat waar kort geleden een ambtenaar is overgegaan naar het distributiekantooromreden daar een flin ken kracht noodig was en de werkzaamheden,voor zoover spreker bekend,ter secretarie eerder nog vermeerderd dan verminderd zul len zijn,hij er voor is,dat deze opengevallen plaats weer zoo spoedig mogelijk wordt aangevuld. Na eenige discussies wordt besloten de jaarwedde van een twee den ambtenaar ter secretarie vast te stellen op ƒ.600,- plus 4 jaarlijksche verhoogingen van ƒ.50,-. De Heer C.Maris zegt hier tegen te zijn. De Begrooting wordt hierna,zonder hoofdelijke stemming vastge steld op een bedrag van: GEWONE DIENST: Inskomsten en uitgaven ƒ.127239,43 KAPITAAL DIENST: Inkomsten en uitgaven 2309,55 De Begrooting van het Vleeschkeuringsbedrijf voor het dienst jaar 1941 wordt eveneens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld op een bedrag aan Baten en Lasten van ƒ.3100,-. _De Begrooting van het Burgerlijk Armbestuur wordt,zonder hoofde lijke stemming goedgekeurd op een bedrag aan Inkomsten en Uitga ven van 5252,80.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1940 | | pagina 51