2 Februari 1940. 994. kan verdienen,dat een noodlijdende Gemeente hierin voorgaat. - 3. een algeheele herziening van de salarissen der diverse amb- tenaren. Deze zaak is nog in onderzoek. Spreker zegt van meening te zijn,dat van de door Burgemees ter en Wethouders reeds verrichte werkzaamheden weinig valt te zeggen. Het voorstel wordt dan ook gedaan het request van den Poli tiebond aan te houden,tot de tijd rijp is,om een eventueele j duurtebijslag te geven. De Heer A.de Wit zegt voor te stellen deze kwestie met de commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken te be- handelen. De Voorzitter zegt,dat volgens het Ambtenarenreglement de organisaties, wanne er zij dat verlangen, gehoord moeten worden. In- tusschen is reeds een vertegenwoordiger van een organisatie in de vergadering van Burgemeester en Wethouders aanwezig geweest. De Heer A.de Wit zegt,dat toch de Gemeente Ginneken aan het (Politiepersoneel een gratificatie van F.50.- heeft gegeven voor de extra werkzaamheden met de mobilisatie. De Voorzitter zegt,dat een vrije Gemeente meer kan doen,dan een gesaneerde Gemeente. De Heer J.A.Maris zegt te kunnen begrijpen,dat een noodlijdende iGemeente niet veel kan en misschien mag doen,maar hij zegt er |prijs op te stellen,dat de Raad doet,wat- hij kan en mag doen. Spre- sker meent,dat wanneer de Raad er van overtuigd is,dat de ambte- jnaren extra werk hebben verricht en daarvoor een blijk van waar deering moet worden gegeven,zich dan ook uit moet spreken. Mag niets gegeven worden,dan hebben wij als Raad toch gedaan,wat wij konden doen. De Voorzitter zegt,dat volgens HWBurgemeester en Y/ethouders i de zaken,welke bij den Raad moeten komen,voorbereiden. Burgemeester en Wethouders zijn met deze voorbereiding druk bezig en nu wil de Heer J.A.Maris hierop reeds vooruit loopen. Op deze wijze wordt het paard achter de wagen gespannen. De Heer J.A.Maris zegt,dat de Raad toch een beginselbesluit kan nemen. Een dergelijke uitspraak moet voor Burgemeester en j Wethouders gemakkelijker werken. De Voorzitter zegt,dat de Raad dit besluit wel kan nemen,maar Burgemeester en Wethouders zijn met de uitvoering belast. De Heer A.P.van den Hil vraagt of voor deze werkzaamheden al contact met de Militaire Overheid is gezocht. De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders daarop nog geen antwoord hebben ontvangen en dus een dergelijk besluit een slag in de lucht zou zijn. De Heer J.A.Maris zegt,dat Burgemeester en Wethouders deze zaak serieus zouden onderzoeken en wat is er ntt na November 1939 gebeurd? De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders meer zaken hebben te behandelen dan deze aangelegenheid. De Heer J.A.Maris zegt toch zijn voorstel om de Raad in be ginsel zich voor al of niet verleening van gratificaties uit te 2 Februari 1940 Verslag Commis sie tot wering van schoolver- Voorschotten bijz,. Scholen over 1940. Definitieve vast stelling -gemiddel de kosten per leerling.der 0.1. School over 1937 en 1938. 995. laten spreken handhaaft. Dit voorstel wordt met 4 tegen 2 stemmen verworpen. Voor stemden de Heeren J.AlMaris en A.de Wit. Tegen de overige hee- ren. De Heer J.A.Maris zegt,dat dus thans is gebleken,dat de meer derheid van den Raad tegen het verleenen van een extra vergoe ding aan de ambtenaren is. De Voorzitter zegt,dat dit niet juist is. De uitslag van de ze stemming toont aan,dat de meerderheid van den Raad eerst de uitslag van het onderzoek van het College van Burgemeester en Y/ethouders af wil wachten. De Heer A.de Wit zegt,dat in de vorige vergadering ook den Raad toezegging is gedaan,dat Burgemeester en Wethouders de sa larissen van het ambtenarenpersoneel zouden bekijken. De Voorzitter merkt op,dat ook dit in voorbereiding is. De Heer A.de Wit zegt,dat de Heeren dan toch lang weq?k hebben en hij thans een voorstel heeft om de verschillende salarissen nader te regelen. De Voorzitter zegt,dat wanneer de Heer de Wit bepaalde voor stellen heeft,hij die dan maar bij Burgemeester en Wethouders in moet dienen. Het College kan dan hierover met de verschillende bonden voeling houden. Het verslag der Commissie tot Wering van Schoolverzuim wordt voor kennisgeving aangenomen,nadat de Heer A.de Wit er op aan heeft gedrongen,om de politie meer toezicht te laten houden op de leerplichtige kinderen,welke landarbeid verrichten. De Voorzitter antwoordt hierop,dat de politie hiertegen niets kan doen,alvorens een daarop betrekking hebbende verordening is vastgesteld. Destijds heeft een ontwerp dezer Verordening bij de Raadsstukken gelegen,maar zij kon geen genade vinden in de oogen van de leden van den Raad. De Voorzitter zegt,dat de Besturen der Bijzondere Scholen o- ver 1940 een voorschot hebben gevraagd op de Gemeentelijke ver goedingen. Zonder hoofdelijke stemming wordt aan het Bestuur der Herv. Chr.School aan den Stadschendijk een voorschot verleend van F.1015,- en aan het .Bestuur der Vereeniging "de School met den Bijbel" van F. 1087,50. De Voorzitter zegt hierbij te moeten opmerken,dat het niet ze ker is,dat, het voor 1940 voorloopig vastgesteld bedrag per leer-f ling der 0.1.School blijft gehandhaaftomreden hierover respondentie gaande is. Verder stelt de Voorzitter voor om de gemiddelde kosten per leerling der 0.1.School over de jaren 1937 en 1938 thans defi nitief vast te stellen op een bedrag van respectievelijk F.13,49 en F.13,28,welke bedragen dan nog verhoogd worden met F.9,50 voori administratiekosten. De Heer J.A.Maris zegt zich met de door Burgemeester en Wet- j houders voorgestelde wijze van berekening dezer kosten niet te kunnen vereenigen. Volgens spreker wordt slechts 2/5 gedeelte van het gebouw voor het openbaar las nog cor- voorgesteld wordt de totale kosten iger onderwijs gebruiktterwijl voor deze berekening te doen

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1940 | | pagina 4