OPENBARE VERGADERING VAN DEN RAAD DER GEMEENTE WILLEMSTAD
GEHOUDEN OP 20 NOVEMBER 1940,DES VOORMIDDAGS OM 10 UUR,TEN
GEMEENTEHUIZE.
Waarnemend Voorzitterde Weledelgestrenge Heer C.Dane.Gzn.
Secretaris: den Heer L.J.C.Maris.
Tegenwoordig de Heeren(inalphabetische volgorde)H.H.Harmsen;
A.P.van den Hil;C.Maris.Czn. J.A.Maris;K.Verhagen en A.de Wit, 'j
NOTULEN. De waarnemend Voorzitter opent de vergadering,waarna
de notulen der vorige vergadering onveranderd worden vastgesteld
INGEKOMEN STUKKEN. Voor kennisgeving worden aangenomen:
l.het besluit van den Raad tot vaststelling van een verordening
tot heffing van een Vermakelijkhedenbelasting, voorzien van het
bewijs van goedkeuring;
2»een machtiging tot het doen van diverse uitgaven/óp de begroo
ting 1940;
3.een bericht van den Heer K.P.Groen,dat hij zijn benoeming tot
lid van het Burgerlijk Armbestuur aanneemt;
4.een proces-verbaal van kasopname bij den Gemeente-Ontvanger en
administrateur van den Vleeschkeuringsdienst,met rapport van
het verificatiebureau van de Vereeniging van Ned.Gemeenten te
s - Gr avenhage, waaruit blijkt, dat het vereischte bedrag in kas
aanwezig was en de boeken regelmatig waren bijgehouden;
5.een besluit tot vaststelling van de Rekening 1938.
VERHUUR POSTKANTOOR. De waarnemend Voorzitter zegt,dat per 1
Januari 1941 het postkantoor weer uit de huur is en Burgemeester
en Y/ethouders stellen voor,dit gebouw wederom voor 5 jaren te
verhuren op de ons allen wel bekend zijnde voorwaarden.
De Heer J.A.Maris vraagt hoeveel de huur bedraagt en wat dit
bedrag inhoudt.
Spreker zegt met dit laatste te willen weten,of het onderhoud
van het gebouw voor rekening van den huurder is.
De waarnemend Voorzitter zegt,dat dit niet mag.
De Heer J.A.Maris zegt,dat er dan weinig van de huur zal over
blijven en vraagt of de gemeente dan niet beter deed het gebouw
te verkoopen.
Het gebouw is op een volslagen kantoor gebouwd en als zooda
nig moet worden onderhouden. Wanneer men dan maar ƒ.300,- bruto
voor dit perceel ontvangt,dan heeft de eigenaar aan dit gebouw
een strop.
De Heer C.Maris zegt,dat het gebouw zonder verbouwing niet
voor bewoning geschikt is.
De Heer A.P.van den Hil zegt,dat het Rijk niets met dit gebouw
heeft te maken,want het is een gemeente eigendom.
De Heer A.de Wit zegt,dat de gemeente er toch ook wel wat voor
over mag hebben,want het is een zaak van de gemeenschap.
De waarnemend Voorzitter zegt,dat de kantoorhouder zelf voor
een kantoorruimte moet zorgen. Het algemeen belang eiseht,dat
het postkantoor daar blijft gehuisvest. Het is toch niet geschikt
voor bewoning.
De Heer J.A.Maris zegt,dat het bezit van een dergelijk gebouw
niet in het voordeel van de gemeente is.
De Heer K.Verhagen vraagt of het onderhoud dan meer kost dan
de verhuring opbrengt.
De Heer H.H.Harmsen zegt,dat de gemeente toch ook rente mag
berekenen van het kapitaal.
Spreker zegt,dat hij het met de redeneeringen van den Heer J.
A.Maris eens zou zijn,wanneer het hier een gangbaar huis betrof.
Hij zou dan ook gaarne de onderhoudskosten der laatste 5 jaren
willen weten.