10.
De heer C.Dane zegt,dat dit een gevolg ie van de onderlinge ruzie,
welke steeds in het Armbestuur voorkomt.
De heer J.A.Maris zegt,dat dit de oorzaak is van het feit,dat de
Voorzitter zich niets van het Reglement aantrekt en zijn eigen gang
maar gaat. De leden worden overal buiten gehouden. De leden zijn
het altijd geheel met elkander eens.
De Voorzitter aegt,dat vroeger nooit iets in het Burgerlijk Arm
bestuur voorvielTmaar zoolang de heer J.A.Maris er in zit,staat de
boel al op zijn kop.
De heer C.Marl® zegt ook meermalen vergaderingen te hebben bijge
woond met den Voorzitter als Voorzitter,maar dit heeft nooit tot
botsingen aanleiding gegeven. Hierin moet verandering komen want de
belangen der arrflen worden hierdoor geschaad.
De heer A.de Wit vraagt of de heer J.A.Marls ook al zitting had
in dien tijd,dat er geen rekeningen aan het Diaconessenhuis werden
betaald? Spreker zegt,dat er nog groote posten in de boeken van het
Diaconessenhuis openstaan. Toen zat er de heer Marls toch niet in,
dus alles was toen toch ook geen koek en ei.
De Voorzitter zegt,dat er toen ook wel geschillen zullen hebben
bestaan,maar 41e zullen toen ook wel een redelijken grondslag heb
ben gehad.
De heer A.de Wit zegt,dat de betrokken personen toch ook toezeg
gingen door den Voorzitter zijn gedaan,n.l.dat het Armbestuur deze
kosten wel zou betalen.
De heer H.H.Harmsen zegt,dat toen geen enkele toezegging is ge
daan
De heer J.A.Marls zegt,dat de gedane toezeggingen zelfs zijn vast
gelegd.
De Voorzitter zegt,dat de verdere afwerking van deze zaak dus nog
even zal worden aangehouden tot de beslissing van H.H.Gedeputeerde
Staten "LmhwnjUJU* af gekomen, maar het Armbestuur moet op gang blijven.
De heer J.A.Maris zegt,dat dan toch zeker eerst wel begonnen mag
worden met een vergadering te houden.
De Voorzitter zegt,dat het Armbestuur om op gang te kunnen blij
ven geld noodig heeft. Spreker vraagt dan ook of de Begrooting voor
het dienstjaar 19^0 door den Raad voorloopig kan worden goedgekeurd.
De heer J.A.Marls vraagt wie deze Begrooting dan heeft opgemaakt?
De Voorzitter zegt,dat de Secretaris deze heeft klaar gemaakt.
De heer J.A.Marls zegt,dat de leden van het Armbestuur van deze
Begrooting niets afweten en alvorens deze Begrooting door den Raad
kan worden goedgekeurd moet zij toch zeker eerst door het Armbestuur
zijn vastgesteld?
De Voorzitter zegt,dat de heer J.A.Maris ook weet,dat dit in ge
wone omstandigheden ook zoo geschiedtmaar wij verkeeren momenteel
met de zaken van het Burgerlijk Armbestuur in buitengewone omstan
digheden, dus wij moeten roeien met de riemen,welke wij hebben.
Het is de vraag of de Raad de Begrooting voor 19^ voorloopig
goed wil keuren?
Met 5 tegen 1 stem wordt de Begrooting van het Burgerlijk Armbe
stuur dan ook goedgekeurd.
Tegen stemde de heer J.A.Marls.
Voor de heeren A.P.van den Hil; A.de Wit; H.H.Harmsen; C.Maris
en C,Dane
De Voorzitter zegt de heeren dank voor hun welwillendheid.
BOUW- EN WONINGTOEZICHT.
De Voorzitter leest hierop een schrijven voor van H.H.Gedeputeerde
Staten waarin wordt aangedrongen op aansluiting bij het Bureau voor
Bouw- en woning- en welstandstoezicht voor Midden- en West Noordbra-
bant.