I
5
verzoek ie Ingekomen om de G-emeente-politie een duurtebiJslag te
geven. Spreker zegt,dat in deze tijdsomstandigheden wee- .evenals in
de vorige mobilisatieverschillende zaken op het tapijt komen.
Momenteel moet men zich bezig houden met 3 verschillende punten
en wel
l.of voor de gepresteerde bijzondere diensten lets extras s moet
worden gegeven. Burgemeester en Wethouders hebben Intusschen bij
Hoogerhand gevraagd of dit mag en of soms hiervoor van Hoogerhand
ook in tengoede wordt gekomen.
2.het verleenen van een duurtebiJslag. Burgemeester en Wethouders
zijn van meening hiermede eenigszlns voorzichtig te moeten zijn,
omreden voor de Rijks Ambtenaren hiervoor ook nog geen beslissing
is genomen en of het dan wel aanbeveling kan verdienendat een
noodlijdende gemeente hierin voorgaat.
3.een algemeene herziening van de salarissen der diverse ambtenaren.
Deze zaak is nog in onderzoek.
Spreker zegt van meening te zijn,dat van de door Burgemeester
en Wethouders reeds verrichte werkzaamheden weinig valt te zeggen.
Het voorstel wordt dan ook gedaan het request van den Politie
bond aan te houden tot den tijd rijp is om een eventueelen duurte
bi Jslag te geven.
De heer A.de Wit zegt voor te stellen deze kwestie met de com
missie van georganiseerd overleg in ambtenaarszaken te behandelen.
De Voorzitter zegt,dat volgens het Ambtenarenreglement de organi
satie wanneer zij dat verlangengehoord moeten wordenIntusschen is
reeds een vertegenwoordiger van een organisatie in de vergadering
van Burgemeester en Wethouders aanwezig geweest.
De heer A.de Wit zegt,dat toch de gemeente G-inneken aan het poli
tiepersoneel een gratificatie van f.50,- heeft gegeven voor de ex
tra werkzaamheden met de mobilisatie.
De Voorzitter zegt,dat een vrije gemeente meer kan doen dan een
gesaneerde gemeente.
De heer J.A.Maria zegt te kunnen begrijpendat een noodlijdende
gemeente niet veel kan en misschien mag doen,maar zegt er prijs op
te stellen,dat de Raad doet wat hij kan en mag doen.Spreker meent
dat wanneer de Raad er van overtuigd is,dat de ambtenaren extra werk
hebben verricht en daarvoor een blijk van waardeering moet worden
gegeven,zich dan ook uit moet spreken. Mag niets gegeven worden dan
hebben wij als Raad toch gedaan wat wij konden doen.
De Voorzitter zegt,dat volgens de wet Burgemeester en Wethouders
de zaken,welke bij den Raad moeten komenvoorbereidenBurgemeester
en Wethouders zijn met deze voorbereiding druk bezig en wil nu den
heer J.A.Maris hierop reeds vooruit loopen. Op deze wijze Wordt het
paard achter de wagen gespannen.
De heer J.A.Maris zegt,dat de Raad toch een beginselbesluit kan
nemen. Een dergelijke uitspraak moet voor Burgemeester en Wethouders
gemakkelijker werken.
De Voorzitter zegt,dat de Raad dit besluit wel kan nemen,maar Bur
gemeester en Wethouders zijn met de uitvoering belast.
De heer A.P.van den Hil vraagt of voor deze werkzaamheden al con
tact met de Militairen Overheid is gezocht.
De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders daarop nog geen
antwoord hebben ontvangen en dus een dergelijk besluit een slag in
de lucht zou zijn.
De heer J.A.Maris zegt,dat Burgemeester en Wethouders deze zaak
serieus zouden onderzoeken en wat is er nu na November 1939 gebeurd?
De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders meer zaken hebben
te behandelen dan deze aangelegenheid.
De heer J.A.Maris zegt toch zijn voorstel om den Raad in beginsel
zich voor al of niet verleening van gratificatie uit te laten spre
ken handhaaft
Dit voorstel