Hooi loopige vaststelling te vinden was,werd H .H .G-e deputeer de Staten hiervan dan ook kennis gegeven. In dien zelf der, "brief werd in over weging gegeven om den Commissaris der Koninginovereenkomstig de Gemeentewettot voolooplge vaststelling te laten besluiten .Thans krlJgeïï^wederom een schrijven van heeren Gedeputeerde Staten,waar in nogmaals wordt aangedrongen op voorloopige vaststelling,omreden anders de afrekening van het subsidie als noodlijdende gemeente niet kan plaats hebben. Het is dus aldus sprekerwederom aan den Raad om te beslissen of hij alsnog tot voorloopige vaststelling daarvan wenscht over te gaan of niet.Spreker zegt echter van meening te zijn,dat de Raad destijds al tot voorloopige vaststelling had besloten. De heer A.P.van den Hil zegt,dat volgens zijn bescheiden meening de Rapd tot voorloopige vaststelling moet overgaan,omreden anders de flnancieele nedeelen nog grooter zullen worden. De heer J.A.Marls zegt,dat het hem spijt,dat de heer van den Hil zoo durft spreken. Ja,dat het hem verwondertdat de heer van den Hil als nieuweling in het College zoo kan praten. De heer van den Hil kan niets van deze zaak afweten. Spreker zegt zich af te vragen of den heer van den Hil wel weet, waarvan deze weigering van de vourloopige vaststelling der reke ning, een gevolg is. Heel deze zaak heeft de oude Raad destijds van alle kanten bekeken en eenparig was men toen van meening,dat het niet vocflooplg vaststellen van de rekening de eenige oplos sing is. Ook Burgemeester en Wethouders huldigden toen die meening Thans wil de heer van den Hil als nieuweling deze zaak eens recht zetten De heer van den Hil zegt deze zaak zeer nauwkeurig te hebben onderzocht. De heer C.Dane zegt de door den heer J.A.Maris gemaakte opmer kingen "min" te vinden. De heer van den Hil heeft de zaak,aldus spreker goed bekeken. De heer C.Maris,Czn zegt ook in eerste instantie tegen de^voor loopige vaststelling gestemd te hebben,maar wanneer de finaclen hierdoor hopeloos in de war loopen,wll hij niet lanfler deze zaak tegen houden. De heer J.A.Maris zegt,dat dus de heeren nu alle narigheden waar altijd deze niet voolooplge vaststelling zijn oorzaak in heeft gevonden,goedkeuren. Spreker meent,dat hierdoor de gemeente- financien nog meer in de war worden gestuurd,gezien het bedrag, dat de gemeente daardoor moet missen. De Voorzitter zegt thans tot stemming over te zullen laten gaan. Het voorstel tot voorloopige vaststelling der rekening kan ech ter, wegens onvoltalligheid der vergadering,geen meerderheid vinden Voor stemden de heeren A.P.van den Hil en C.Maris. Tegen de heeren J.A.Maris en A.de Wit. De beide Wethouders moesten zich,overeenkomstig de Gemeentewet van deelneming aan deze stemming onthouden. De heer J.A.Marls vraagt waarom over de Rekening de Wethouders niet en over een besluit tot wijziging van de Begrooting,waarbij zij persoonlijk belang hebben,wel mogen medestemmen. De Voorzitter zegt,dat dit logisch is,omreden deze heeren over het al of niet goedkeuren van haar eigen beheer toch niet kunnen medestemmen De heer J.A.Maris zegt het nog logischer te kunnen noemen wan neer zij zich van stemming onthouden over dingen,waarbij zij per soonlijk belang hebben. SALARISKWESTIE AMBTENAREN De Voorzitter zegt,dat van den Algemeenen Politiebond een ver- zoek

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1940 | | pagina 33