1030. De waarnemend Voorzitter zegt,dat dit sorteeren reeds plaats heeft en er blijft per slot van rekening niets anders over dan puin,scherven en oud hlik,enz.Maar dit werk zal binnenkort op nieuw worden uitbesteed en dan zal blijken of het verzamelen werkelijk wel zoo veel nog moet kosten VOLGNUMMER 247. Spreker vraagt hoeveel de gemeente in verge lijking met vroegere jaren is achteruitgeboerd. De waarnemend Voorzitter zegt,dat op de Begrooting 1941 een nadeelig slot van vorige jaren drukt van ƒ.17000,-,terwijl voor 1940 een bijdrage in de kosten der gemeentehuishouding moest worden geraamd van ongeveer ƒ.6200,-. Hier staat tegen over, dat wij dit jaar ook geen uitkeering uit het Werkloos- heidssubsidiefonds ontvangen en ook geen extra bijdrage in de kosten van steunverleening. VOLGNUMMER 90. De Heer G.Maris vraagt of met den aankoop van het materiaal voor de Luchtbescherming niet te royaal is om gesprongen. Spreker zegt gezien te hebben,dat de aanwezige materialen een waarde vertegenwoordigen van ongeveer ƒ.6000,- en dat vindt spreker voor deze kleine gemeente erg hoog. De waarnemend Voorzitter zegt,dat het Hoofd van de Luchtbe schermingsdienst deze materialen heeft aangevraagd en het College van Burgemeester en Wethouders hebben daarvoor mach tiging gegeven. De Heer J.A.Maris zegt nu de zaken,betreffende de Luchtbe scherming ook worden besproken even enkele inlichtingen te willen vragen over de aanwijzing van het personeel,dat momen teel dienst doet.. De waarnemend voorzitter zegt,dat dit een zaak is welke alleen de Burgemeester aangaat. De Heer J.A.Maris meent,dat al betreft dit een zaak des Burgemeestersde Burgemeester het misschien ook wel op prijs zal stellen van een der vertegenwoordigers uit de gemeente te willen vernemen welke wenschen omtrent d^ze aangelegenheid bij de ingezetenen bestaan. Spreker merkt op,dat destijds de gevorderde diensten niet werden betaald en nu dezelfde dien sten worden verricht door vast aangewezen menschen,die hier voor betaald worden,het toch wel aanbeveling zou verdienen, ja zelfs wenschelijk kan zijn,dat ook zij,die destijds het werk gratis hebben gedaan thans in de gelegenheid worden gesteld het tegen vergoeding te doen. De waarnemend Voorzitter zegt,dat momenteel hiervoor werk- loozen zijn aangewezen. De Heer Z.Verhagen vraagt of de waarnemend Voorzitter het wel zeker weet,dat deze menschen werkloos waren. Spreker ';t (ik vraagt of zij als zoodanig wel staan ingeschreven. De waarnemend Voorzitter zegt,dat hierover desnoods bij de rondvraag nog kan worden gesproken. 1031. VOLGNUMMER 105. De Heer K.Verhagen vraagt of het College van Burgemeester en Wethouders nog hebben onderzocht of de gemeen- i te geneesheer geen verhooging van standplaatstoelage of wel van zijn jaarwedde als gemeente-geneesheer moet hebben De waarnemend Voorzitter zegt,dat het College van Burgemees- I ter en Wethouders daarvoor thans nog geen redenen aanwezig j achten. De Heer Z.Verhagen vraagt of de heeren wel goed weten,wat hij voor het tegenwoordige salaris als gemeente-geneesheer moet doen Het aantal gezinnen,dat hij gratis behandelt en gratis j van geneesmiddelen voorziet is volgens sprekers meening zeer groot. Spreker weet dit van zeer nabij. De waarnemend Voorzitter zegt,dat hij daarvoor armenarts is. De Heer K.Verhagen zegt,dat er toch zeker ook grenzen zijn. De Heer C.Maris zegt,dat Hoogerhand geen hoogere jaarwedde I dan van ƒ.1000,- destijds heeft willen goedkeuren. De Heer J.A.Maris zegt,dat dan toch zeker de betrokken per soon eerst klachten in moet dienen,dat voor den tegenwoordige!! tijd zijn jaarwedde als armendokter te laag is. De waarnemend Voorzitter zegt,dat geen klachten zijn ontvangen De Heer K.Verhagen zegt hierover met den dokter niet te heb- ben gesproken,maar wanneer spreker nagaat wat hij voor dit sa- laris dóet,dan is het volgens zijn meening te laag. I De Heer J.A.Maris zegt zich af te vragen of destijds het sa- laris niet te hoog is gesteld en het dan tegenwoordig meer in verhouding tot de werkelijkheid is. De Heer Z.Verhagen zegt deze vraag gedaan te hebben aan de hand van de gegevens,welke hem bekend zijn,maar als Burgemees ter en Wethouders,zonder nader onderzoek,geen termen aanwezig j achten om de jaarwedde te herzien,houdt alles op. j VOLGNUMMER 128.De Heer A.de Wit vraagt of het de bedoeling van I het College van Burgemeester en Wethouders is,om ieder jaar nog steeds een gedeelte van de slooten te laten baggeren? De waarnemend Voorzitter geeft daarop een bevestigend ant- j woord en merkt op,dat dit de laatste jaren niet is gebeurd en wel met het oog op de aanhangige rioleeringsplannen,maar waar deze voorloopig van de baan zijn,kan het baggeren van verschil lende slooten niet langer worden uitgesteld. VOLGNUMMER 41.De Heer C.Maris vraagt of het in de tegenwoor dige tijdsomstandigheden niet noodig is de verzekeringssommen der diverse gemeentegebouwen tegen brand te verhoogen. De waarnemend Voorzitter zegt,dat hier zeer zeker termen voor aanwezig zijn en deze aangelegenheid door Burgemeester en Wethouders nader zal worden bekeken. VOLGNUMMER 132. De Heer A.de Wit zegt,dat dit volgnummer hooger is geraamd dan vorig jaar,maar spreker vraagt of het de bedoeling van het College is den Stadsarbeider een ver hooging van jaarwedde te geven. De waarnemend Voorzitter zegt,dat in de naburige gemeenten

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1940 | | pagina 22